Translation of "Grandfather" in Dutch

Hello, Grandfather.

- Hoi, opa.
- Hallo, opa.

- He resembles his grandfather.
- He looks like his grandfather.

Hij lijkt op zijn grootvader.

My grandfather is ill.

Mijn opa is ziek.

Tom is my grandfather.

Tom is mijn grootvader.

Grandfather speaks very slowly.

Opa spreekt heel traag.

He resembles his grandfather.

Hij lijkt op zijn grootvader.

- I saw grandfather last week.
- I saw my grandfather last week.

Ik zag mijn opa vorige week.

Grandfather has caught a cold.

Opa is verkouden.

How old is your grandfather?

- Hoe oud is je opa?
- Hoe oud is je grootvader?

My grandfather was a miller.

Mijn grootvader was molenaar.

My grandfather was a farmer.

Mijn opa was boer.

My grandfather died in Korea.

Mijn grootvader stierf in Korea.

He looks like his grandfather.

Hij lijkt op zijn grootvader.

I've just become a grandfather.

Ik ben net grootvader geworden.

My grandfather likes to walk.

Mijn opa houdt van wandelen.

My grandfather gets up early.

Mijn grootvader staat vroeg op.

My grandfather suffers from hypertension.

- Mijn grootvader lijdt aan hypertensie.
- Mijn grootvader heeft last van hoge bloeddruk.

Tom's grandfather was a slave.

Toms grootvader was een slaaf.

My grandfather is a carpenter.

Mijn grootvader is schrijnwerker.

My grandfather has gray hair.

- Mijn grootvader heeft grijs haar.
- Mijn opa heeft grijs haar.

- My grandfather lived till he was eighty-nine.
- My grandfather turned 89 years old.

Mijn opa werd 89 jaar.

- His grandfather died of cancer last year.
- Her grandfather died of cancer last year.

Zijn grootvader stierf een jaar geleden aan kanker.

My grandfather has snowy white hair.

Mijn grootvader heeft sneeuwwit haar.

My grandfather died five years ago.

- Mijn grootvader stierf vijf jaar geleden.
- Mijn oap stierf vijf jaar geleden.

Grandfather is napping on the sofa.

Opa doet een dutje op de canapé.

My grandfather died three years ago.

Mijn grootvader is drie jaar geleden overleden.

My grandfather was born in 1920.

Mijn grootvader werd in 1920 geboren.

I saw my grandfather last week.

Ik zag mijn opa vorige week.

Tell your grandfather I say hi.

Doe de groeten aan opa.

My grandfather turned 89 years old.

Mijn opa werd 89 jaar.

I take care of my grandfather.

Ik verzorg mijn grootvader.

His grandfather is a native Liechtensteiner.

Zijn grootvader is een geboren Liechtensteiner.

Tom was named after his grandfather.

Tom is naar zijn grootvader vernoemd.

- Grandfather has retired because he is getting old.
- My grandfather has retired because he's grown old.

- Opa is met pensioen gegaan omdat hij oud aan het worden is.
- Grootvader is met pensioen gegaan omdat hij oud wordt.

- My grandfather used to make furniture for himself.
- My grandfather used to make his own furniture.

Mijn opa was het gewoon zijn eigen meubels te maken.

My grandfather usually eats breakfast at six.

Mijn grootvader ontbijt gewoonlijk om zes uur.

My grandfather died shortly after my birth.

Mijn grootvader stierf kort na mijn geboorte.

My grandfather gave me a birthday present.

- Mijn grootvader heeft mij iets gegeven voor mijn verjaardag.
- Mijn grootvader gaf me een verjaardagscadeautje.

My grandfather always sits in this chair.

Mijn grootvader zit altijd in deze stoel.

We named him Thomas after his grandfather.

We noemden hem Thomas naar zijn grootvader.

Tom was my great-great-great-grandfather.

Tom was mijn oudvader.

Tom's great-great-grandfather was a slave.

Toms betovergrootvader was een slaaf.

Mary's grandfather used to harvest by scythe.

De opa van Mary deed vroeger de oogst met een zeis.

The boy is speaking to his grandfather.

De jongen spreekt met zijn grootvader.

Tom's great-great-grandfather was a pirate.

Toms betovergrootvader was een piraat.

She was brought up by her grandfather.

Ze werd opgevoed door haar grootmoeder.

- My grandfather was killed in World War II.
- My grandfather was murdered during the Second World War.

Mijn grootvader werd in de Tweede Wereldoorlog gedood.

His grandfather died of cancer a year ago.

Zijn grootvader stierf een jaar geleden aan kanker.

Grandfather has retired because he is getting old.

- Grootvader is op pensioen gegaan, want hij wordt oud.
- Opa is met pensioen gegaan omdat hij oud aan het worden is.

My grandfather was a soldier during the war.

Mijn grootvader was soldaat tijdens de oorlog.

My grandfather was a pirate, a treasure hunter.

Mijn grootvader was een piraat, een schattenjager.

My grandfather lived till he was eighty-nine.

Mijn opa werd 89 jaar.

My grandfather died in the Second World War.

Mijn grootvader is overleden in de Tweede Wereldoorlog.

Has Tom told Mary who his grandfather is?

Heeft Tom Mary verteld wie zijn grootvader is?

I didn't believe a word my grandfather said.

Ik geloofde geen woord van wat mijn opa zei.