Translation of "Must've" in Dutch

I must've mistyped the number.

Ik heb zeker het verkeerde nummer.

Someone else must've seen what happened.

Iemand anders moet gezien hebben wat er gebeurde.

- Someone must've seen what happened.
- Somebody must've seen what happened.
- Someone must have seen what happened.

Iemand moet hebben gezien wat er is gebeurd.

I must've left my wallet at home.

Ik moet mijn portemonnee thuis hebben laten liggen.

I must've lost the key on the way.

- Ik heb mijn sleutel vast onderweg verloren.
- Ik moet mijn sleutel wel onderweg hebben verloren.

- I must've overlooked something.
- I must have overlooked something.

Ik heb waarschijnlijk iets over het hoofd gezien.

Tom must've found out about the party from Mary.

Tom heeft waarschijnlijk over het feest gehoord via Mary.

- I must have made a mistake.
- I must've made a mistake.

Ik zal wel een fout gemaakt hebben.

- We must've made a mistake.
- We must have made a mistake.

We moeten een fout hebben gemaakt.

- Tom must've practiced very hard.
- Tom must have practiced very hard.

Tom moet heel hard geoefend hebben.

- It must have cost a fortune.
- It must've cost a fortune.

Het moet een fortuin hebben gekost.

- I must have made a mistake somewhere.
- I must've made a mistake somewhere.

Ik moet ergens een fout gemaakt hebben.

- Someone else must've seen what happened.
- Someone else must have seen what happened.

Iemand anders moet gezien hebben wat er gebeurde.

- Tom must've practiced that a lot.
- Tom must have practiced that a lot.

Tom moet dat veel geoefend hebben.

- Tom must've thought Mary already knew how to do that.
- Tom must've thought Mary knew how to do that already.
- Tom must have thought Mary already knew how to do that.

Tom moet hebben gedacht dat Mary al wist hoe ze dat moest doen.

- I must've left my wallet at home.
- I must have left my wallet at home.

Ik moet mijn portemonnee thuis hebben laten liggen.

It must've been the day before Tom got here that I got up before dawn.

Het moet de dag zijn geweest voordat Tom aankwam dat ik voor zonsopgang opstond.

"How many sweets did Tom eat yesterday?" "He must've eaten a whole bagful, because there're none left."

"Hoeveel snoepjes heeft Tom gisteren gegeten?" - "Hij moet een hele zak gegeten hebben, want er blijft niets meer over."

- Your mother must have been beautiful when she was young.
- Your mother must've been beautiful when she was young.

Je moeder was zeker mooi toen ze jong was.

- Tom must've found out about the party from Mary.
- Tom must have found out about the party from Mary.

Tom heeft waarschijnlijk over het feest gehoord via Mary.

- I think it must've been Tom who broke the window.
- I think it must have been Tom who broke the window.

- Volgens mij heeft Tom het venster vast stukgemaakt.
- Ik denk dat het Tom was die het raam heeft gebroken.

- Tom must've realized it was a rhetorical question, because he didn't answer.
- Tom must have realized it was a rhetorical question, because he didn't answer.

Tom moet begrepen hebben dat het een retorische vraag was, want hij antwoordde niet.