Translation of "Happened" in Dutch

- What happened?
- What's happened?
- What has happened?

Wat is er gebeurd?

- What happened?
- What's happened?

Wat is er gebeurd?

- Nothing happened.
- Nothing has happened.

- Niets gebeurd.
- Er is niks gebeurd.

- What happened?
- What's the matter?
- What's happened?
- What has happened?

- Wat is er gebeurd?
- Wat is er?

- It never happened.
- That never happened.

Dat is nooit gebeurd.

- So what happened?
- So, what happened?

Wat is er dan gebeurd?

What's happened, has happened. It's history.

Wat gebeurd is, is gebeurd. Het is geschiedenis.

- What happened next?
- What happened afterwards?

- Wat gebeurde er daarna?
- Wat is er daarna gebeurd?

- It just happened.
- It simply happened.

Het gebeurde zomaar.

Nothing happened.

Niets gebeurd.

It happened.

Het gebeurde.

Things happened.

Er zijn dingen gebeurd.

Something happened.

Er is iets gebeurd.

Where it happened and when it happened.

waar het gebeurde en wanneer het gebeurde.

- What is it?
- What happened?
- What's happened?

Wat is er gebeurd?

- What happened here?
- What happened in here?

Wat is hier gebeurd?

- What happened here?
- What happened out here?

- Wat is er hier gebeurd?
- Wat is hier gebeurd?

- What happened to you?
- What's happened to you?
- What has happened to you?

Wat is er met jou gebeurd?

- Something happened.
- Something has happened.
- Something did happen.

Er is iets gebeurd.

- It only happened once.
- This only happened once.

Het is maar één keer gebeurd.

And what happened?

En wat gebeurde er?

Guess what happened.

Wat denk je?

But something happened

Maar er gebeurde iets

What actually happened?

- Wat is er eigenlijk gebeurd?
- Wat gebeurde er eigenlijk?

Hey, what happened?

Hé, wat is er gebeurd?

What happened here?

Wat is hier gebeurd?

It never happened.

Het is nooit gebeurd.

This never happened.

Dit is nooit gebeurd.

What happened next?

- Wat gebeurde er daarna?
- Wat is er daarna gebeurd?

Look what happened.

Kijk eens wat er gebeurd is.

What just happened?

Wat is er zojuist gebeurd?

It really happened.

Het is echt gebeurd.

Has something happened?

Is er iets gebeurd?

What happened afterwards?

- Wat gebeurde er daarna?
- Wat is er daarna gebeurd?

What happened first?

Wat is er het eerst gebeurd?

What happened then?

- Wat is er dan gebeurd?
- Wat gebeurde er toen?
- Wat is er toen gebeurd?
- Wat gebeurde er dan?

- An accident just happened.
- An accident has just happened.

Een ongeval deed zich juist voor.

- What happened to him?
- What has happened to him?

Wat is er met hem gebeurd?

- I know what happened.
- I know what has happened.

Ik weet wat er gebeurd is.

- That is how it happened.
- This is the way in which it happened.
- This is how it happened.
- That's the way it happened.
- That's how it happened.

- Zo is dat gebeurd.
- Het is op deze manier gebeurd.

- That is how it happened.
- This is the way in which it happened.
- This is how it happened.
- That's how it happened.

Het is op deze manier gebeurd.

- Someone must've seen what happened.
- Somebody must've seen what happened.
- Someone must have seen what happened.

Iemand moet hebben gezien wat er is gebeurd.

- Do you know what happened?
- Do you know what's happened?

- Weet ge wat er gebeurd is?
- Is jou bekend, wat er is gebeurd?
- Weet je wat er is gebeurd?
- Weten jullie wat er is gebeurd?
- Weet jij wat er is gebeurd?

- I cannot understand what happened.
- I can't understand what happened.

Ik kan niet begrijpen wat er is gebeurd.

- It happened a long time ago.
- That happened long ago.

- Dat is lang geleden gebeurd.
- Het gebeurde lang geleden.

- Guess what happened to me.
- Guess what happened to me!

Raad eens wat er met me gebeurd is.

What happened to eating?

Hoe zit het met eten?

I believe it happened

Ik geloof dat het gebeurde

So what happened was,

Wat er gebeurde was --

I wonder what happened.

- Ik ben benieuwd wat er gebeurd is.
- Ik vraag me af wat er gebeurd is.

It happened by accident.

Dit is toevallig gebeurd.

It happened last October.

Het gebeurde afgelopen oktober.

What happened last night?

Wat is er afgelopen nacht gebeurd?

That's how it happened.

Het is op deze manier gebeurd.

They know what happened.

Ze weten wat er gebeurd is.

What happened to you?

Wat is er met jullie gebeurd?

Everything happened so fast.

Het is allemaal zo snel gebeurd.

What happened to Tom?

Wat is er met Tom gebeurd?

Suddenly, something unexpected happened.

Plotseling gebeurde er iets onverwachts.

What's happened to you?

Wat is er met jou gebeurd?

This happened every spring.

Dit gebeurde elke lente.

A lot has happened.

Er is veel gebeurd.

This conversation never happened.

- Dit gesprek heeft nooit plaatsgehad.
- Dit gesprek heeft nooit plaatsgevonden.

An accident just happened.

Een ongeval deed zich juist voor.

It hasn't happened yet.

- Het is nog niet gebeurd.
- Het heeft nog niet plaatsgevonden.

Maybe it never happened.

Misschien is het nooit gebeurd.

It happened right here.

- Het is op deze plek gebeurd.
- Het heeft hier plaatsgevonden.

Nothing happened between us.

Er is tussen ons niets gebeurd.

What happened this morning?

Wat is er vanmorgen gebeurd?

What happened was horrible.

Wat gebeurde was verschrikkelijk.

Has anything strange happened?

Is er iets vreemds gebeurd?

An accident has happened.

Er is een verkeersongeval gebeurd.

Those things really happened.

Die dingen zijn echt gebeurd.

That happened decades ago.

Dat gebeurde decennia geleden.

What happened to him?

Wat is er met hem gebeurd?

Tom realizes what's happened.

Tom is zich bewust van wat er gebeurd is.