Examples of using "Festival" in a sentence and their dutch translations:
Gelukkig Moon Festival!
Is het festival gratis?
Het festival is gratis.
Tanabata wordt gevierd in juli.
We gingen naar een vuurwerkfestival.
Het festival was niet goed georganiseerd.
Gelukkig Nieuwjaar!
Een week na het einde van het festival.
Het festival was binnen twee uur uitverkocht.
Tom en Maria gingen naar het oogstfeest.
De oude Goten en Saksen noemden dit festival Joelfeest.
Ik was verkleed als een meisje voor het schoolfestival.
Na talloze oproepen op de radio en dagbladadvertenties gedurende een ontelbaar aantal opeenvolgende dagen, kwamen de mensen massaal naar het festival om de in overvloed aangeboden hamburgers te verslinden en om liters bier te drinken, wat leidde tot een groot aantal dronkaards en daarmee een hoop werk voor de aanwezige paramedici, die al heel wat ervaring hadden opgedaan met dergelijke massabijeenkomsten op talloze andere festivals.