Translation of "Vakantie" in Spanish

0.010 sec.

Examples of using "Vakantie" in a sentence and their spanish translations:

- Geniet van je vakantie.
- Fijne vakantie.
- Prettige vakantie!

Disfrute sus vacaciones.

Fijne vakantie.

Felices vacaciones.

- Je bent aan vakantie toe.
- U bent aan vakantie toe.
- Het wordt tijd voor vakantie.
- U hebt vakantie nodig.

Tú necesitas un día libre.

- Ik was met vakantie.
- Ik ben op vakantie geweest.

Estaba de vacaciones.

- Ik heb vakantie nodig.
- Ik ben aan vakantie toe.

- ¡Necesito vacaciones!
- Necesito unas vacaciones.

Hij is op vakantie.

Él está de vacaciones.

- Fijne vakantie.
- Prettige feestdagen.

- Felices vacaciones.
- Felices fiestas.

Geniet van je vakantie.

Disfruta tus vacaciones.

Ik heb geen vakantie.

No tengo vacaciones.

Ik ga op vakantie.

- Estoy de vacaciones.
- Tengo vacaciones.

Ik ben op vakantie.

Estoy de vacaciones.

- Misschien ben je toe aan vakantie.
- Misschien zijn jullie toe aan vakantie.

- A lo mejor necesitas vacaciones.
- A lo mejor necesitáis vacaciones.

De vakantie is bijna om.

- Las vacaciones están cerca de finalizar.
- Las vacaciones están a punto de terminar.

Workaholics beschouwen vakantie als tijdverspilling.

Los trabajólicos consideran a las vacaciones como una pérdida de tiempo.

Je hebt dringend vakantie nodig.

Necesitas urgentemente unas vacaciones.

De studenten zijn met vakantie.

Los estudiantes están de vacaciones.

De vakantie is nu voorbij.

Las vacaciones se acabaron.

Ik neem vakantie volgende maand.

Voy a tomar vacaciones el próximo mes.

Ik ben aan vakantie toe.

Necesito unas vacaciones.

De vakantie is bijna voorbij.

Las vacaciones están cerca de finalizar.

Hoe heb jij je vakantie doorgebracht?

- ¿Cómo pasaste tus vacaciones?
- ¿Cómo pasaste las vacaciones?

Waar ga je heen op vakantie?

¿Adónde vas de vacaciones?

Heb je al eens vakantie genomen?

¿Alguna vez has tomado unas vacaciones?

Tot gisteren waren we met vakantie.

Hasta ayer estuvimos de vacaciones.

Waar ben je met vakantie geweest?

- ¿Dónde has pasado las vacaciones?
- ¿Dónde pasaste tus vacaciones?

Volgende week ga ik op vakantie.

La semana que viene me voy de vacaciones.

Wij zijn twee weken met vakantie.

Tenemos dos meses de vacaciones.

Hij leest graag romans op vakantie.

Disfruta leer novelas en vacaciones.

Ze gaan op vakantie naar Libië.

Van de vacaciones a Libia.

Wat doe je gewoonlijk in de vakantie?

¿Qué sueles hacer en vacaciones?

Laten we genieten van de lange vakantie!

¡Disfrutemos de las largas vacaciones!

Wat heb je in de vakantie gedaan?

¿Qué hiciste en las vacaciones?

In deze vakantie heb ik niets gedaan.

No he hecho nada en estas vacaciones.

Ik heb vanaf deze week eindelijk vakantie.

Al fin tengo vacaciones a partir de esta semana.

We hebben een geweldige vakantie in Zweden gehad.

Tuvimos unas maravillosas vacaciones en Suecia.

Wat Tom werkelijk wilde was twee weken vakantie.

Lo que Tom verdaderamente quería eran unas vacaciones de dos semanas.

In de vakantie zal ik naar Frankrijk gaan.

Durante las vacaciones, iré a Francia.

Ik heb mijn vakantie aan het strand doorgebracht.

Pasé mis vacaciones en la playa.

Tijdens de vakantie zal ik naar Frankrijk gaan.

Durante las vacaciones, iré a Francia.

We hebben een heerlijke vakantie gehad in Zweden.

Tuvimos unas maravillosas vacaciones en Suecia.

Ik werk ook al ben ik op vakantie.

Estoy trabajando a pesar de que estoy de vacaciones.

De Duitsers nemen weer vakantie in eigen land.

Los alemanes de nuevo tienen día feriado en su país.

Vandaag is de laatste dag van onze vakantie.

Hoy es nuestro último día de vacaciones.

Als je geen vakantie neemt dan ga je eronderdoor.

Si no tomas vacaciones, colapsarás.

Ik denk dat we in juni op vakantie gaan.

Creo que nos vamos de vacaciones en junio.

Vorige maand ging ik op vakantie naar Los Angeles.

El mes pasado fui a Los Ángeles de vacaciones.

Een van mijn taken na schooltijd of tijdens de vakantie

Y parte de mi deber tras el colegio o durante las vacaciones

Wat dan weer gedachten en herinneringen aan een voorbije vakantie oproept,

y eso además evoca pensamientos y recuerdos de vacaciones pasadas,

Toen ze op vakantie waren, zorgden hun buren voor de hond.

Cuando ellos estaban de vacaciones, sus vecinos cuidaron al perro.

Ge hebt maanden hard gewerkt, en ge verdient zeker een vakantie.

Has trabajado duramente durante meses y sin duda te mereces unas vacaciones.

Ik begrijp dat je jouw vakantie in Nieuw-Zeeland gaat doorbrengen.

Tengo entendido que vas a pasar tus vacaciones en Nueva Zelanda.

Na veel overleg besloten we onze vakantie in Spanje door te brengen.

Luego de muchos debates, decidimos pasar nuestras vacaciones en España.

Deze vakantie valt echt tegen - we kunnen net zo goed naar huis gaan.

Estas vacaciones no están siendo divertidas - quizás deberíamos volver a casa.

Volgens de statistieken zijn er altijd meer mensen die op vakantie gaan in de winter.

Las estadísticas dicen que hay cada vez más personas que van de vacaciones durante el invierno.

En je zou kunnen denken dat het verschillend is als je slechts reist voor vakantie...

Y uno podría pensar, "esto es diferente, sólo viajo por el spring break"

Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.

Cuando empieces a parecerte a la foto de tu pasaporte deberías irte de vacaciones.