Translation of "Geweest" in Spanish

0.067 sec.

Examples of using "Geweest" in a sentence and their spanish translations:

Nooit geweest ook.

Nunca lo hemos sido,

- Ben je naar Australië geweest?
- Bent u naar Australië geweest?
- Zijn jullie naar Australië geweest?

¿Has estado en Australia?

- Dat is altijd zo geweest.
- Zo is dit altijd geweest.

- Así ha sido siempre.
- Esta es siempre de la manera que ha sido.
- Esta es de la manera que ha sido siempre.

Het is leuk geweest.

Eso fue divertido.

U bent druk geweest.

- Usted ha estado ocupado.
- Ustedes han estado ocupados.

Waar ben je geweest?

¿Dónde estabas?

- Ben je ooit in Frankrijk geweest?
- Bent u ooit in Frankrijk geweest?
- Zijn jullie ooit in Frankrijk geweest?

¿Has estado alguna vez en Francia?

- Ben je in het buitenland geweest?
- Bent u in het buitenland geweest?
- Zijn jullie in het buitenland geweest?

¿Has estado en el extranjero?

- Ben je ooit in Canada geweest?
- Bent u ooit in Canada geweest?
- Zijn jullie ooit in Canada geweest?

¿Has estado alguna vez en Canadá?

- Ben je ooit in Mexico geweest?
- Bent u ooit in Mexico geweest?
- Zijn jullie ooit in Mexico geweest?

¿Has estado alguna vez en México?

- Ben je al eens in Parijs geweest?
- Ben je ooit in Parijs geweest?
- Ben je ooit naar Parijs geweest?

¿Has estado alguna vez en París?

- Zijt ge naar de dokter geweest?
- Ben je naar een dokter geweest?

¿Fuiste a ver a un médico?

- Ben je nooit naar Parijs geweest?
- Bent u nooit naar Parijs geweest?

¿Nunca has estado en París?

Hij is in India geweest.

Él ha estado en la India.

Mari is in Hongarije geweest.

Mari ha estado en Hungría.

Ik ben daar al geweest.

Ya he estado allí.

Tom is nooit getrouwd geweest.

Tom nunca ha estado casado.

We zijn in Parijs geweest.

Estuvimos en París.

Hij is in Frankrijk geweest.

Él estuvo en Francia.

Bill is in Japan geweest.

Bill estuvo en Japón.

Ik ben in Rome geweest.

- He estado en Roma.
- Ya he estado en Roma.

Waar ben je gisteren geweest?

- ¿Dónde estabas ayer?
- ¿Dónde has estado ayer?

Is Tom gister hier geweest?

¿Tom vino aquí ayer?

Zij is kennelijk ziek geweest.

Ella parecía haber estado enferma.

Is de postbode langs geweest?

¿Vino el cartero?

Dat is altijd zo geweest.

- Así ha sido siempre.
- Siempre ha sido así.

Ik ben daar dikwijls geweest.

- A menudo he estado ahí.
- A menudo pasaba ahí.

Eeuwenlang onder Ottomaanse overheersing geweest.

Israel/Palestina estuvo bajo dominio otomano por siglos.

Tom is altijd stil geweest.

Tom siempre ha sido callado.

Ik ben in Australië geweest.

He estado en Australia.

Waar ben je geweest, Tom?

- ¿Adónde has ido, Tom?
- ¿Dónde has estado, Tom?

Ben je hier eerder geweest?

¿Has estado aquí anteriormente?

Ben je ooit gelukkig geweest?

¿Has sido feliz alguna vez?

- Ben je al eens in Parijs geweest?
- Ben je ooit in Parijs geweest?

¿Has estado alguna vez en París?

- Iemand is in mijn kamer geweest.
- Er is iemand in mijn kamer geweest.

Alguien ha estado en mi cuarto.

- Waar waren jullie?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je?
- Waar zijn jullie geweest?

- ¿Dónde estabas?
- ¿Dónde estabais?

- Bent u ooit al in Frankrijk geweest?
- Zijn jullie ooit al in Frankrijk geweest?

¿Has estado en Francia antes?

- Ben je ooit in het buitenland geweest?
- Zijt ge ooit in het buitenland geweest?

¿Has estado alguna vez en el extranjero?

- Ben je ooit naar de opera geweest?
- Zijn jullie ooit naar de opera geweest?

¿Has ido alguna vez a una ópera?

- Tom wenste dat hij voorzichtiger was geweest.
- Tom wilde dat hij voorzichtiger was geweest.

Tom deseó haber sido más cuidadoso.

Raad eens waar ik geweest ben?

Adivina dónde he estado.

Ben je ooit in Mexico geweest?

¿Has estado alguna vez en México?

Ik ben naar de bank geweest.

He ido al banco.

Ben je in het buitenland geweest?

¿Has estado alguna vez en el extranjero?

Ik ben tweemaal in Londen geweest.

He estado en Londres dos veces.

Bent u ooit in Frankrijk geweest?

¿Ha estado alguna vez en Francia?

Ik ben niet in Amerika geweest.

Nunca he estado en Estados Unidos.

Ik ben naar de bakker geweest.

- Fui a la panadería.
- He ido a la panadería.

Je bent al naar Berlijn geweest.

- Ya has estado en Berlín.
- Ya han estado en Berlín.
- Ya ha estado en Berlín.

Het is allemaal voor niets geweest.

Todo fue para nada.

Zijt ge naar de dokter geweest?

¿Ha ido al médico?

Zijn jullie ooit in Frankrijk geweest?

¿Habéis estado alguna vez en Francia?

Tom is nog nooit gelukkig geweest.

Tom nunca fue feliz.

Ben je al eens verliefd geweest?

¿Alguna vez estuviste enamorado?

China is honderden jaren geïsoleerd geweest.

China estuvo aislada por cientos de años.

Ben je ooit in Okinawa geweest?

¿Estuviste alguna vez en Okinawa?

Ben je ooit in Venetië geweest?

¿Ya ha estado alguna vez en Venecia?

Ik ben naar de zoo geweest.

Fui al zoológico.

Ik ben nooit in Parijs geweest.

- No he estado nunca en París.
- Nunca he estado en París.

Ik ben hier het langst geweest.

- Yo he estado aquí por más tiempo.
- Yo llevo aquí más tiempo.

Ben je ooit naar Boston geweest?

¿Has ido a Boston alguna vez?