Translation of "Echtgenoot" in Polish

0.003 sec.

Examples of using "Echtgenoot" in a sentence and their polish translations:

Ze haatte haar echtgenoot.

Ona nienawidziła swojego męża.

Wijlen haar echtgenoot was violist.

- Jej zmarły mąż był skrzypkiem.
- Jej ostatni mąż był skrzypkiem.

Ze had haar echtgenoot niet graag.

- Ona nie lubiła swojego męża.
- Nie lubiła swojego męża.

Hij zal een goede echtgenoot zijn.

- On będzie dobrym mężem.
- Będzie dobrym mężem.

- Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.
- Een vrouw, wier echtgenoot is overleden, noemt men weduwe.

Kobieta, której zmarł mąż, to wdowa.

- Waar is mijn man?
- Waar is mijn echtgenoot?

Gdzie jest mój mąż?

Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.

Kobieta, której zmarł mąż, to wdowa.