Translation of "Men" in German

0.007 sec.

Examples of using "Men" in a sentence and their german translations:

Men plaagt wie men liefheeft.

Was sich liebt, das neckt sich.

Men gelooft wat men ziet.

- Was man sieht, glaubt man.
- Man glaubt das, was man sieht.

Men verbruikt.

Man konsumiert.

Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.

Wes Brot ich ess, des Lied ich sing.

Over geld spreekt men niet, men heeft het.

Über Geld spricht man nicht, man hat es.

- Men is je vergeten.
- Men is u vergeten.

Man hat dich vergessen.

Men vindt altijd waar men niet naar zoekt.

Man findet immer das, was man nicht sucht.

Als men rijk is heeft men vele vrienden.

Reiche haben viele Freunde.

Wat leert men?

Was lernen sie?

Merkt men het?

Merkt man es?

Men trouwt niet met iemand met wie men kan leven - men trouwt met iemand zonder wie men niet kan leven.

Man heiratet nicht jemanden, mit dem man leben kann - man heiratet die Person, ohne die man nicht leben kann.

Wat men doet is belangrijker dan wat men zegt.

Was man macht, ist wichtiger, als das, was man sagt.

- Fietsen kan men nooit verleren.
- Fietsen verleert men nooit.

- Fahrradfahren verlernt man nie.
- Radfahren verlernt man nie.

- Men kan haar vertrouwen.
- Men kan op haar rekenen.

- Man kann sich auf sie verlassen.
- Du kannst auf sie zählen.

Bij bordeaux bedenkt men dwaasheden, bij bourgogne zegt men dwaasheden, en bij champagne begaat men dwaasheden.

Beim Bordeaux denkt man an Dummheiten. Beim Burgunder sagt man Dummheiten - und beim Champagner macht man Dummheiten.

Wanneer men om geld vraagt, moet men bepaalde voorwaarden accepteren.

Wenn man hingegen um Geld bittet, muss man gewisse Bedingungen annehmen.

Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.

Zum Lernen sollte man nicht gezwungen werden. Zum Lernen sollte man ermutigt werden.

Waar men niet over kan spreken, moet men over zwijgen.

Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen.

Men moet geen beloftes doen die men niet kan nakomen.

Man darf nichts versprechen, was man nicht halten kann.

Door leeftijd wordt men niet rijper, tenzij men kaas is.

Durch Alter reift man nicht - es sei denn man ist ein Käse.

Kleine dieven hangt men op, de grote laat men lopen.

Die kleinen Diebe hängt man, die großen lässt man laufen.

Men raakt nooit uitgeleerd.

Man lernt nie aus.

Men is goed gezind.

Man ist wohlgesonnen.

Men heeft hem ontslagen.

Man hat ihn gefeuert.

Pessimisten kust men niet.

Pessimisten küsst man nicht.

Men kan haar vertrouwen.

Man kann sich auf sie verlassen.

Men heeft u bedrogen.

- Sie sind betrogen worden.
- Man hat Sie betrogen.

Kan men hem vertrouwen?

Kann man ihm vertrauen?

Men is je vergeten.

Man hat dich vergessen.

Men moet veel leren.

Man muss viel lernen.

Men zal u wassen.

Du wirst gewaschen.

Mag men hier eten?

Darf man hier essen?

Men kan contant betalen.

Man kann bar bezahlen.

Hoe schrijft men dat?

- Wie wird das geschrieben?
- Wie schreibt man das?

Dat men met geld geen liefde kan kopen, dat gelooft men pas als men genoeg geld heeft.

Dass man Liebe nicht mit Geld kaufen kann, glaubt man erst dann, wenn man genug Geld hat.

De sterren begeert men niet, men verheugt zich in hun pracht.

Die Sterne, die begehrt man nicht, man freut sich ihrer Pracht.

- Men zegt dat het carcinogeen is.
- Men zegt dat het kankerverwekkend is.

- Man sagt, dass es krebserregend ist.
- Es soll krebserregend sein.
- Es soll karzinogen sein.
- Man sagt, es ist krebserregend.

Waarom zou men met een vrouw trouwen als men van mannen houdt?

Warum heiratet man eine Frau, wenn man Männer liebt?

- Wat je zaait zul je oogsten.
- Men oogst, wat men gezaaid heeft.

- Wie man sich bettet, so liegt man.
- Wie die Saat, so die Ernte.

- Men zegt dat liefde blind maakt.
- Men zegt dat liefde blind is.

Man sagt, Liebe mache blind.

Van dingen die men niet nodig heeft, kan men niet genoeg krijgen.

Von Dingen, die man nicht braucht, kann man gar nicht genug kriegen.

Men beschuldigde hem van moord.

Er wurde des Mordes beschuldigt.

Zoiets vindt men niet overal.

- So etwas findet man nicht überall.
- So etwas kann man nicht überall finden.

Men is nooit te voorzichtig.

Nie ist man zu vorsichtig.

Spreekt men Frans in Canada?

Spricht man in Kanada Französisch?

Men kan niet alles weten.

Man kann nicht alles wissen.

Hoe spreekt men "pronounce" uit?

Wie spricht man "pronounce" aus ?

Doe wat men je zegt.

Mach, was man dir sagt.

Men moet zijn moeder liefhebben.

Man soll seine Mutter lieben.

Men kan haar niet vertrouwen.

- Ihm kann man nicht trauen.
- Man kann ihr nicht trauen.

Men heeft mijn tas gestolen.

- Meine Tasche wurde gestohlen.
- Mir wurde die Tasche gestohlen.

Hoe gebruikt men die kaart?

Wie benutzt man diese Karte?

Men heeft mijn fotoapparaat gestolen.

Man hat meinen Fotoapparat gestohlen.

Men heeft de arrestant vrijgelaten.

Der Gefangene wurde freigelassen.

Men verliest gemakkelijk zijn eer.

Man verliert leicht die Ehre.

Men zou zich moeten wassen.

Man sollte sich waschen.

Men heeft mij niet betaald.

Ich wurde nicht bezahlt.

Fietsen kan men nooit verleren.

- Fahrradfahren verlernt man nicht.
- Radfahren verlernt man nicht.

Deze plant kan men eten.

Man kann diese Pflanze essen.

In Spanje spreekt men Spaans.

In Spanien spricht man Spanisch.

Frans spreekt men in Frankrijk.

Französisch spricht man in Frankreich.

Men mag geen voedsel verkwisten.

Nahrung sollte nicht vergeudet werden.

In Bremen spreekt men Nederduits.

In Bremen spricht man Plattdeutsch.

Men kan politici niet vertrouwen.

Politikern kann man nicht vertrauen.

Ik weet hoe men autorijdt.

Ich weiß, wie man Auto fährt.

Men moet zijn plichten vervullen.

Man sollte seine Pflichten erfüllen.