Translation of "Overleden" in Polish

0.006 sec.

Examples of using "Overleden" in a sentence and their polish translations:

Tom is overleden.

- Tom umarł.
- Tom zmarł.

Hij is gisteren overleden.

- Zmarł wczoraj.
- Wczoraj zmarł.

Hij is onlangs overleden.

Zmarł niedawno.

Tom is vorig jaar overleden.

Tom zmarł w zeszłym roku.

Tom is overleden aan kanker.

Tom zmarł na raka.

Lincoln is in 1865 overleden.

Lincoln umarł w roku 1865.

- Tom is gestorven.
- Tom is overleden.

Tom umarł.

Haar vader is vorige week overleden.

- Jej ojciec odszedł w zeszłym tygodniu.
- Jej ojciec umarł w zeszłym tygodniu.

Hij is drie jaar geleden overleden.

- Zmarł trzy lata temu.
- Umarł trzy lata temu.

Zijn vader is vorig jaar overleden.

Jego ojciec zmarł w ubiegłym roku.

Haar moeder is vorig jaar overleden.

Jej matka zmarła w zeszłym roku.

Mijn oom is gisteren overleden aan maagkanker.

Mój wujek zmarł wczoraj na raka żołądka.

- Er is iemand gestorven.
- Iemand is overleden.

- Ktoś umarł.
- Ktoś zmarł.

Zijn oudere broer is afgelopen maand overleden.

Jego starszy brat zmarł w ubiegłym miesiącu.

De oude man is vorige week overleden.

Starzec zmarł w zeszłym tygodniu.

De moeder van onze collega is overleden.

Mama naszej koleżanki zmarła.

- Wie is dood?
- Wie is gestorven?
- Wie is overleden?
- Wie is er doodgegaan?
- Wie is er overleden?

- Kto umarł?
- Kto zmarł?

- Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.
- Een vrouw, wier echtgenoot is overleden, noemt men weduwe.

Kobieta, której zmarł mąż, to wdowa.

Mijn grootvader is overleden in de Tweede Wereldoorlog.

Mój dziadek zginął w czasie Drugiej Wojny Światowej.

Hij vertelde me dat zijn vader was overleden.

Powiedział mi że jego ojciec nie żyje.

Dit is een portret van mijn overleden vader.

To portret mojego zmarłego ojca.

Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.

Kobieta, której zmarł mąż, to wdowa.

- Lincoln stierf in 1865.
- Lincoln is in 1865 overleden.

Lincoln umarł w 1865.

- Zij is dood.
- Ze is dood.
- Zij is overleden.

Ona nie żyje.

Een vrouw wier echtgenote is overleden is een weduwe.

Kobieta, której umarł mąż jest wdową.

Een man wiens echtgenote overleden is, heet een weduwnaar.

Człowieka, którego żona nie żyje nazywa się wdowcem.

- De schilder is jong gestorven.
- De schilder is jong overleden.

Malarz umarł młodo.

Naar men zegt, zou zijn vader in het buitenland overleden zijn.

Mówi się, że jego ojciec umarł za granicą.

- Hij is overleden.
- Hij is dood
- Hij is gestorven.
- Hij stierf.

- On umarł.
- On zmarł.

Met dat plan deden we alsof... ...een overleden persoon in Buenos Aires naar Uruguay werd gebracht.

Plan polegał na tym, by udać, że przywieziono do Urugwaju z Buenos Aires kogoś, kto tam zmarł,