Translation of "Week" in Japanese

0.010 sec.

Examples of using "Week" in a sentence and their japanese translations:

Dit gebeurde week na week zo.

これが毎週のように繰り返されました

- Tot volgende week!
- Tot volgende week.

また来週!

Tot volgende week.

- 来週までごきげんよう。
- また来週。

Tot volgende week!

また来週!

Het was afgelopen week.

先週でした。

Ik vertrek volgende week.

私は来週出発します。

- Hij heeft een week vrij genomen.
- Hij nam een week vrij.

- 彼は一週間休みをとった。
- 彼は一週間の休みをとった。

- Ik zwem eenmaal per week.
- Ik zwem één keer per week.

わたしは週に一度泳ぎます。

- Het regende een week lang.
- Het heeft een week lang geregend.

- 雨は一週間降り続いた。
- 一週間雨が降り続いた。

- Ik zal u bellen binnen de week.
- Ik bel je binnen een week.
- Ik bel je over een week.

1週間以内に電話します。

- De regen hield aan gedurende een week.
- Het regende een week lang.

雨は一週間降り続いた。

- Hij schrijft mij eens per week.
- Hij schrijft mij eenmaal per week.

彼は週に1回手紙をくれます。

- Ik was afgelopen week erg bezig.
- Afgelopen week was ik erg bezig.

先週はとても忙しかった。

Hij was vorige week ziek.

先週彼は病気だった。

Het bleef een week regenen.

一週間雨が降り続いた。

Bill komt volgende week terug.

ビルは来週帰って来ます。

Kerstmis is over een week.

あと1週間すればクリスマスだ。

Ze worden per week betaald.

彼らは週給をもらっている。

Ik zie je volgende week.

- また来週!
- また来週。

Het regende een week lang.

雨は一週間続いた。

Een week telt zeven dagen.

一週間は七日です。

Mijn rijbewijs vervalt volgende week.

私の運転免許証は来週、期限が切れる。

Volgende week heb ik avondploeg.

来週から遅番勤務になったよ。

Laten we onze week beginnen.

仕事を始めよう。

Waar was u deze week?

今週はどちらにいらしゃいましたか。

We zien elkaar volgende week.

また来週!

Over een week of twee.

およそ2週間で。

De vredesonderhandelingen beginnen deze week.

平和会談は今週始まる。

Mijn verjaardag is volgende week.

僕の誕生日は来週です。

Ik doe het volgende week.

- 来週するよ。
- 来週やるね。

- Ik zal u bellen binnen de week.
- Ik bel je binnen een week.

1週間以内に電話します。

- Hoeveel uur per week geef je les?
- Hoeveel uur per week geeft u les?
- Hoeveel uur per week geven jullie les?

週に何時間教えてるの?

Gedaald van 60 uur per week

週あたり60時間から

Hij won vorige week de prijs.

先週彼はその賞を得た。

De lessen beginnen volgende week dinsdag.

授業は来週の火曜日に始まる。

Kerstmis is pas over een week.

あと1週間すればクリスマスだ。

We kunnen leveren binnen een week.

1週間以内にお届けします。

Het heeft ongeveer een week geregend.

ほぼ一週間雨が降り続いている。

De bamboe week maar brak niet.

その竹はしなったが折れなかった。

De kaart is een week geldig.

その切符は一週間有効です。

Ze is sinds vorige week ziek.

彼女は先週から病気である。

Ze heeft afgelopen week auditie gedaan.

彼女は先週オーディションを受けた。

Ze is binnen een week terug.

彼女は1週間以内に戻ります。

Hij spaart tien dollar per week.

彼は毎週10ドルを貯金している。

Ze is sinds vorige week druk.

彼女は先週からずっと忙しい。

Ik bel je binnen een week.

1週間以内に電話します。

Ik moet volgende week naar Tokio.

来週東京に行くことになっています。

Ik heb veel gewerkt deze week.

今週はよく働いた。

Hij wast de fiets elke week.

彼は毎週バイクを洗います。

Volgende week gaat het misschien vriezen.

来週には凍るかも知れない。

Haar vader is vorige week overleden.

彼女のお父さんは先週、お亡くなりになりました。

Het is een lange week geweest.

- 長い一週間だったな。
- 長い一週間だった。

De examens beginnen volgende week maandag.

試験は来週の月曜日から始まる。

Volgende week reis ik naar Europa.

私は来週ヨーロッパを旅行しているだろう。

Ik heb hem vorige week betaald.

私は先週彼にお金を払った。

Ze zullen wellicht volgende week aankomen.

彼らはおそらく来週到着するでしょう。

Dit weekblad verschijnt eenmaal per week.

この週刊誌は毎週1回発行される。

Ik heb het vorige week gekocht.

- 先週それを買いました。
- それは先週買いました。

Ze neemt eens per week kookles.

彼女は週に一度料理の講習を受ける。

Was je de hele week alleen?

一週間ずっと一人だったの?

- Hoeveel maal per week neemt ge een bad?
- Hoeveel keer per week neem je een bad?

1週間に何回お風呂に入りますか。

Tot minder dan 15 uur per week.

15時間未満になりました

De grote opluchting kwam een week later...

134日目 1週間ほどして 不安は消えた 134日目

...week na maand na jaar na jaar.

‎日を追うごとに

Ik lag een week in het ziekenhuis.

一週間入院していたです。

De oude man is vorige week overleden.

その老人は先週なくなりました。

Ik zal volgende week mijn oom bezoeken.

来週私は叔父を訪問します。

Gelieve een week op voorhand te reserveren.

予約は一週間前にお願いします。

Zij gaat de volgende week naar Frankrijk.

彼女は来週フランスへ行く。

Zijn vader eet daar tweemaal per week.

彼の父は1週間に2回そこで食べる。

Mijn vrouw kreeg vorige week een baby.

先週、妻が子供を産みました。

Deze foto heb ik vorige week gemaakt.

この写真、一週間前に撮ったんだ。

Hij gaat volgende week een fiets kopen.

彼は来週自転車を買うつもりだ。

Mijn vader gaat volgende week naar buitenland.

父は来週海外へ行く予定だ。

Over een week ben ik in Engeland.

- 来週の今日、私は英国にいるでしょう。
- 来週の今日、私はイギリスにいるんだよ。