Translation of "Zaken" in Italian

0.010 sec.

Examples of using "Zaken" in a sentence and their italian translations:

Zaken zijn zaken.

Gli affari sono affari.

- We doen geen halve zaken.
- We doen geen zaken half.

- Non facciamo le cose a metà.
- Noi non facciamo le cose a metà.

De zaken gaan traag.

Gli affari vanno lenti.

Gedane zaken nemen geen keer.

- Non piangere sul latte versato.
- Inutile piangere sul latte versato.
- È inutile piangere sul latte versato.

Het zijn mijn zaken niet.

Non sono affari miei!

Ik ben hier voor zaken.

- Sono qui per affari.
- Io sono qui per affari.

Zulke zaken kunnen miljoenen levens redden

Casi come questi possono salvare milioni di vite

Duistere nachten kunnen de zaken vergemakkelijken.

Le notti buie dovrebbero rendere le cose più facili...

Bemoei je niet met mijn zaken.

- Non interferire nei miei affari.
- Non interferite nei miei affari.
- Non interferisca nei miei affari.

Bemoei je met je eigen zaken.

- Fatti gli affari tuoi!
- Si faccia gli affari suoi!
- Fatevi gli affari vostri!
- Fatti gli affari tuoi.

Het gaat beter met de zaken.

Gli affari stanno migliorando.

Bemoei je met je eigen zaken!

- Fatti gli affari tuoi!
- Si faccia gli affari suoi!
- Fatevi gli affari vostri!

- Bemoei je met je eigen zaken.
- Steek je neus niet in andermans zaken.
- Dat gaat je niks aan.
- Bemoei je niet met andermans zaken!

Fatti gli affari tuoi.

Om de zaken nog erger te maken,

E per peggiorare le cose ancora di più,

Een bericht moest aan drie zaken voldoen:

Un messaggio ricevuto doveva avere tre cose:

Ik heb toegang tot een hoop zaken.

Ma ho accesso a tante cose e, vedete,

Vaak voor zaken die we reeds decennia kenden,

Spesso per cose che conosciamo oramai da decenni,

Je mag je niet bemoeien met andermans zaken.

Non dovresti interferire negli affari degli altri.

“Wat voor zaken heeft de keizer achterin het leger?

“Che affari ha l'Imperatore nella parte posteriore dell'esercito?

Ik weet dat je belangrijker zaken te doen hebt.

- Lo so che hai cose più importanti da fare.
- Lo so che ha cose più importanti da fare.
- Lo so che avete cose più importanti da fare.
- So che hai cose più importanti da fare.
- So che ha cose più importanti da fare.
- So che avete cose più importanti da fare.

Ik ben helemaal niet thuis in dat soort zaken.

- Sono completamente estraneo a cose del genere.
- Io sono completamente estraneo a cose del genere.
- Sono completamente estranea a cose del genere.
- Io sono completamente estranea a cose del genere.

- Het zijn mijn zaken niet!
- Het gaat mij niet aan!

Queste non sono le mie cose!

- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe staan de zaken?

Come vanno le cose?

- De zaken gaan beter.
- De dingen zijn verbeterd voor het zakenleven.

Gli affari sono migliorati.

Voor mij zijn dat drie zaken. Ik put kracht uit mijn gezin.

E per me si tratta sempre delle tre F. Trovo la forza nella mia famiglia,

- Wat soort zaken maken je triest?
- Wat soort dingen maken je triestig?

Che tipo di cose ti rendono triste?

- Dat gaat me niet aan.
- Dat is ver van mijn bed.
- Het zijn mijn zaken niet.

Questo non mi riguarda.

- Men moet het paard niet achter de wagen spannen.
- Je moet niet op de zaken vooruitlopen.

Non bisogna mettere il carro davanti ai buoi.

- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dit heeft met jou niets te maken.
- Dat gaat je niets aan.

- Non sono affari tuoi.
- Non sono affari vostri.
- Non sono affari suoi.

- Dat gaat je niks aan.
- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dat gaat je niets aan.
- Dat gaat jullie niets aan.

- Non sono affari tuoi.
- Non sono affari vostri.
- Non sono affari suoi.
- Quelli non sono affari tuoi.
- Quelli non sono affari suoi.
- Quelli non sono affari vostri.