Translation of "Laat" in Hungarian

- Laat maar.
- Laat het.
- Laat maar zitten.

Hagyja!

- Hoe laat?
- Om hoe laat?

- Hány órakor?
- Hánykor?

- Je bent laat.
- U bent laat.
- Jullie zijn laat.

- Elkéstél.
- Késel.

- Laat zien.
- Laat me even kijken.
- Laat me eens zien.

- Lássam csak!
- Hadd nézzem.
- Hadd lám!

- Laat me gaan!
- Laat me los!

- Engedjen elmennem!
- Hadd menjek!
- Engedj el!

- Laat hem vrij.
- Laat hem vrij!

Engedd el!

- Laat zien!
- Laat het me zien.

- Mutasd meg!
- Mutasd!

- Ze zijn laat.
- Zij zijn laat.

Elkéstek.

Laat maar!

Rá se ránts!

Laat ons!

Hagyj magunkra.

Te laat.

Nagyon késő.

Laat me.

Hagyj magamra.

Laat het.

- Hagyd!
- Hagyjad!

- Laat ze maar vechten.
- Laat ze vechten.

Hagyd, hogy harcoljanak!

- Laat me met rust!
- Laat mij alleen!

- Hagyj békén!
- Hagyjál békén!
- Hagyjál!

- Laat hem alleen.
- Laat hem met rust.

- Hagyd békén!
- Hagyd őt!
- Hagyjad őt békén!

- Je kwam te laat.
- Je was te laat.
- Hij was te laat.

Túl későn jöttél.

- Tom kwam laat thuis.
- Tom is laat thuisgekomen.
- Tom is laat thuis aangekomen.
- Tom kwam laat thuis aan.

Tamás későn ért haza.

- Laat me niet alleen!
- Laat mij niet alleen!

- Ne hagyj magamra!
- Ne hagyj egyedül!

- Laat mij eens proberen.
- Laat mij het proberen.

Hagyd, hogy megpróbáljam.

- Laat je wapens vallen!
- Laat jullie wapens vallen!

Dobd el a fegyvereidet!

- Laat je wapen vallen!
- Laat je pistool vallen!

- Fegyvert letenni!
- Fegyvert eldobni!

- Laat die fles los.
- Laat de fles los.

Engedd el az üveget!

- Kom niet te laat!
- Wees niet te laat!

- Ne késs el!
- Nehogy késs!

- Het begint laat te worden.
- Het wordt laat.

Későre jár.

- Laat het me zien.
- Laat me het zien.

Mutasd nekem!

- Laat me even nadenken.
- Laat me eens nadenken.

Hadd gondolkodjam!

- Laat me eerst gaan!
- Laat me als eerste!

- Hadd menjek először én.
- Hadd menjek én elsőként.

- Beter laat dan nooit.
- Liever laat dan nooit!

Jobb későn, mint soha.

- Laat het licht aan.
- Laat het licht aan!

Hagyd felkapcsolva a világítást!

Laat dit hier.

Ezt hagyd itt.

Het is laat.

- Késő van.
- Késik.
- Későre jár.

Laat me sterven.

Hagyj meghalni!

Laat mij betalen.

Hadd fizessek!

Laat me uitspreken.

- Hadd fejezzem be!
- Hadd végezzek!

Laat ons spelen.

- Játsszunk!
- Menj játszani!

Laat Tom gaan.

Engedd el Tomit!

Laat me helpen.

Hadd segítsek!

Laat jezelf zien.

Mutasd magad!

Laat ons binnengaan.

Menjünk be!

Laat ons werken.

- Munkára fel!
- Dolgozzunk!
- Munkára!

Laat ons praten.

Beszéljünk.

Laat ons zoenen.

Csókolózzunk!

Laat ons babbelen.

Csevegjünk!

Laat me binnen.

- Eressz be!
- Engedj be.

Laat alles achter.

Hagyj mindent.

Ik ben laat.

- Késésben vagyok.
- Elkéstem.

Laat ons bidden.

Imádkozzunk!

Laat me los!

- Hagyj engem!
- Engedj el!
- Hagyj!

Laat ons hopen!

- Reméljük, úgy lesz.
- Bízzunk benne!

Laat me eruit!

Engedj ki!

Laat hem binnen.

Engedd be!

Laat mij alleen!

- Hagyjál békén!
- Hagyj magamra!

Laat ons wandelen.

Sétáljunk!

Laat mij spreken.

Hadd beszéljek!

Laat ons zwemmen.

Ússzunk!

Laat Tom vrij.

Engedd el Tomit!

Laat Tom spreken.

Hadd beszéljen Tom.

Laat me raden.

Hadd találjam ki.

Laat hem vrij!

Tedd őt szabaddá.

Laat me gaan!

Engedj elmennem.

We zijn laat.

Késésben vagyunk.

Laat me blijven.

Hadd maradjak!

Laat het maar.

- Hagyd már!
- Hagyjad már!

- Laat mij uw temperatuur nemen.
- Laat me je temperatuur opnemen.
- Laat me je temperatuur opmeten.
- Laat me jullie temperatuur opnemen.

- Hadd mérjem meg a hőmérsékletedet.
- Hadd mérjem meg a lázadat.

- Hoe laat is het?
- Hoe laat is het nu?

Hány óra van most?

- Laat me dat eens zien.
- Laat me dat zien.

- Hadd lássam.
- Lássam csak!

- Hoe laat kun je komen?
- Hoe laat kunt u komen?
- Hoe laat kunnen jullie komen?

- Mikor tudsz jönni?
- Hánykor tudsz jönni?

- Hoe laat heb je dienst?
- Om hoe laat begint uw dienst?
- Hoe laat hebt u dienst?
- Om hoe laat begint jouw dienst?

Mikor leszel szolgálatban?

- Laat me je tong zien.
- Laat me uw tong zien.

Hadd nézzem a nyelvét.

- Laat me je temperatuur opnemen.
- Laat me je temperatuur opmeten.

Hagy mérjem meg a lázadat.

- Laat mij uw bloeddruk meten.
- Laat mij je bloeddruk meten.

- Hadd mérjem meg a vérnyomásod.
- Hadd mérjem meg a vérnyomásodat.

- Pardon, hoe laat is het?
- Sorry, hoe laat is het?

- Elnézést kérek, hány óra van?
- Bocsánat, mennyi az idő?
- Elnézést, hány óra van?

- Laat me jouw huiswerk zien.
- Laat me jullie huiswerk zien.

- Mutasd a házid!
- Mutasd meg a házi feladatodat!
- Muta a lecód!
- Muti meg a lenyádat!

- Ik ben vanmorgen laat opgestaan.
- Ik ben vanochtend laat opgestaan.

Ezen a reggelen későn keltem.

- We zijn al te laat.
- Wij zijn al te laat.

Máris elkéstünk.

- Hoe laat is zonsopgang?
- Hoe laat komt de zon op?

Mikor van a napfelkelte?

- Laat het geld maar komen!
- Laat de poen maar komen!

Ide a pénzzel!

- Nu is het te laat.
- Het is nu te laat.

Most nagyon késő van.

- Ik laat het aan jou.
- Ik laat jou de keuze.

Rád bízom.

Laat het me uitleggen.

Hadd mondjam el, miért.