Translation of "Markt" in German

Waar is de markt?

Wo ist der Marktplatz?

We gaan naar de markt.

Wir gehen auf den Markt.

Tom gaat niet naar de markt.

Tom geht nicht auf den Markt.

De markt wordt elke maandag gehouden.

Der Markt findet jeden Montag statt.

Ik ben naar de markt gegaan.

Ich bin auf den Markt gegangen.

- Heb je het op de zwarte markt gekocht?
- Heeft u het op de zwarte markt gekocht?
- Hebben jullie het op de zwarte markt gekocht?

- Hast du es auf dem Schwarzmarkt gekauft?
- Hast du das auf dem Schwarzmarkt gekauft?
- Hast du sie auf dem Schwarzmarkt gekauft?
- Hast du ihn auf dem Schwarzmarkt gekauft?

Wanneer komt de lectuur op de markt?

Wann wird man die Lektüre auf den Markt bringen?

Waar we geprangd zitten tussen markt en staat,

Wo wir zwischen Markt und Staat erdrückt werden,

De boer verkoopt zijn boerenbrood op de markt.

Der Bauer verkaufte sein Bauernbrot auf dem Markt.

Is dit nieuwe model op de markt verkrijgbaar?

- Ist dieses neue Modell auf dem Markt erhältlich?
- Ist das neue Modell schon auf dem Markt?

Ik wil iets op de markt gaan halen.

Ich will etwas auf dem Markt besorgen.

...moeten we die markt leren kennen en haar organiseren.

sollten wir diesen Markt studieren, ihn organisieren

Ik zag je-weet-wel vandaag op de markt.

- Ich habe heute jemanden auf dem Markt getroffen; du weißt schon wen.
- Ich habe heute Du-weißt-schon-wen auf dem Markt gesehen.
- Ich habe heute einen gewissen Jemand — du weißt schon, wen — auf dem Markt gesehen.

De markt zal nooit woningen aan de armsten geven. Nooit.

Der Markt wird den Ärmsten niemals Wohnraum zur Verfügung stellen.

Mijn moeder gaat elke dag naar de markt om dingen te kopen.

Meine Mutter geht jeden Tag, um einzukaufen, auf den Markt.

Vandaag ben ik naar de markt geweest om twee meloenen te kopen.

Heute bin ich zum Markt gegangen, um zwei Melonen zu kaufen.

We hebben perziken, artisjokken, courgettes, aardbeien en aubergines op de markt gekocht.

Auf dem Markt kauften wir Pfirsiche, Artischocken, Zucchini, Erdbeeren und Auberginen.

Kerstmis is een goed moment om nieuw speelgoed op de markt te brengen.

Weihnachten ist eine gute Zeit, um neues Spielzeug auf den Markt zu bringen.

De groenten, die ik op de markt heb gekocht, zijn vers en lekker.

Das Gemüse, das ich auf dem Markt gekauft habe, ist frisch und schmackhaft.

Sinds jaar en dag staat hij iedere dinsdagmorgen op de markt met zijn viskraam.

Seit Jahr und Tag steht er jeden Dienstagmorgen mit seinem Fischstand auf dem Markt.