Translation of "Fles" in German

- Mijn fles is gebroken.
- Mijn fles brak.

- Meine Flasche ist zerbrochen.
- Meine Flasche zerbrach.

- Laat die fles los.
- Laat de fles los.

Lass die Flasche los.

Open de fles.

- Mach die Flasche auf.
- Macht die Flasche auf.
- Machen Sie die Flasche auf.

Fles of glas?

Aus der Flasche oder im Glas?

- Een fles wijn, alstublieft.
- Geef me een fles wijn.

Eine Flasche Wein, bitte.

- Nog één fles wijn, alstublieft.
- Nog een fles wijn, alstublieft.

Noch eine Flasche Wein, bitte!

Laat de fles los.

Lass die Flasche los.

Open de fles alsjeblieft.

- Bitte öffne die Flasche.
- Mach bitte die Flasche auf.

Een fles wijn, alstublieft.

Eine Flasche Wein, bitte.

Geef mijn fles terug.

- Gib mir meine Flasche zurück!
- Gebt mir meine Flasche zurück!
- Geben Sie mir meine Flasche zurück!

De fles bevatte wijn.

Die Flasche enthielt Wein.

Laat die fles los.

Lass die Flasche los.

Vul de fles met water.

- Füll die Flasche mit Wasser.
- Füllen Sie die Flasche mit Wasser.

Hij dronk een fles wijn.

Er trank eine Flasche Wein.

Ze stalen mijn fles wijn!

Sie haben meine Flasche Wein gestohlen!

Wie heeft de fles gebroken?

Wer hat die Flasche kaputt gemacht?

Ik heb een fles whisky.

Ich habe eine Flasche Whisky.

Geef me een fles wijn.

Gib mir eine Flasche Wein!

Nog één fles wijn, alstublieft.

Noch eine Flasche Wein, bitte!

Hoeveel kost een fles bier?

Wie viel kostet eine Flasche Bier?

De fles is van glas.

Die Flasche ist aus Glas.

Nog een fles wijn, alstublieft.

Noch eine Flasche Wein, bitte!

- Er ligt een fles in de koelkast.
- Er staat een fles in de koelkast.

Eine Flasche steht im Kühlschrank.

We willen graag een fles rosé.

Wir hätten gern eine Flasche Rosé.

De fles is gevuld met water.

Die Flasche ist voll Wasser.

Zijn geschenk is een fles wijn.

Sein Geschenk ist eine Flasche Wein.

Hij dronk een hele fles melk.

Er hat eine ganze Flasche Milch getrunken.

Is dat een fles met statiegeld?

Ist auf der Flasche Pfand?

Hij vulde de fles met water.

Er füllte die Flasche mit Wasser.

Hij dronk sinaasappelsap uit een fles.

Er trank aus einer Flasche Apfelsinensaft.

Ik zou een fles hoestsiroop willen.

Ich hätte gerne eine Flasche Hustensaft.

Je hebt mijn fles wijn gestolen!

Sie haben meine Flasche Wein gestohlen!

Niet uit de fles drinken, alsjeblieft.

Bitte nicht aus der Flasche trinken.

- Tom vult een fles met water.
- Tom is een fles met water aan het vullen.

- Tom befüllt eine Flasche mit Wasser.
- Tom füllt eine Flasche mit Wasser.

- Er is geen water meer in de fles.
- Er zit geen water meer in de fles.

Es ist kein Wasser mehr in der Flasche.

Ik pak wat water uit mijn fles.

Ich nehme etwas Wasser aus der Feldflasche.

...en doe hem in een doorzichtige fles.

und stecke sie in eine durchsichtige Flasche.

We willen graag nog een fles wijn.

Wir möchten noch eine Flasche Wein.

Er staat een fles wijn op tafel.

- Da steht eine Flasche Wein auf dem Tisch.
- Eine Flasche Wein steht da auf dem Tisch.
- Da auf dem Tisch steht eine Flasche Wein.

Ze drinkt iedere ochtend een fles melk.

Sie trinkt jeden Morgen eine Flasche Milch.

Waarom brengen we hem geen fles wijn?

Wieso bringen wir ihm nicht eine Flasche Wein mit?

Er ligt een fles in de koelkast.

Dort im Kühlschrank ist eine Flasche.

Breng mij alstublieft een halve fles wijn.

Bringen Sie mir bitte eine halbe Flasche Wein.

In een fles of van het vat?

Flasche oder vom Fass?

Is er nog slaolie in de fles?

Ist noch Salatöl in der Flasche?

Ze hebben om een fles whisky gewed.

Sie haben um eine Flasche Whisky gewettet.

- Zoek een lege fles en vul hem met water.
- Zoek een lege fles en vul ze met water.

Finde eine leere Flasche und fülle sie mit Wasser.

Een trucje, als je een doorzichtige fles hebt...

Noch ein kleiner Trick: Hat man so eine durchsichtige Flasche,

Er zit geen water meer in de fles.

Es ist kein Wasser mehr in der Flasche.

Er zit een beetje water in de fles.

- Da ist ein bisschen Wasser in der Flasche.
- Da ist etwas Wasser in der Flasche.

Geef je hem de borst of de fles?

Gibst du ihm die Brust oder das Fläschchen?

Ik smeek het je, geef me een fles.

Ich flehe dich an, gib mir eine Flasche!

Er is geen water meer in de fles.

Es ist kein Wasser mehr in der Flasche.

We zouden nog een fles wijn moeten brengen.

Wir sollten noch eine Flasche Wein mitnehmen.

Er zit bijna geen water in deze fles.

Es ist fast kein Wasser in der Flasche.

- Breng mij wat gebraden vlees en een halve fles wijn.
- Breng mij wat geroosterd vlees en een halve fles wijn.

Bringen Sie mir etwas gebratenes Fleisch und eine halbe Flasche Wein.

De fles die Tom vasthield had een paars etiket.

Die Flasche, die Tom in Händen hielt, hatte ein violettes Etikett.

Ik heb een fles bier gekocht in de alcoholwinkel.

Ich habe in der Spirituosenhandlung eine Flasche Bier gekauft.

Kun je mij de fles met het wasmiddel geven?

Kannst du mir die Flasche mit dem Waschmittel geben?

We goten met een trechter wijn in de fles.

Wir gossen mit einem Trichter Wein in die Flasche.