Translation of "Nog" in German

0.024 sec.

Examples of using "Nog" in a sentence and their german translations:

- Anders nog iets?
- Nog iets anders?

Haben Sie noch einen Wunsch?

Nog steeds?

Immer noch?

Nog niet.

Noch nicht.

Nog een!

- Noch einen!
- Noch einer!

Wat nog?

Was noch?

Wie nog?

Wer noch?

- Regent het nog?
- Regent het nog steeds?

Regnet es noch?

- Blijf nog even zitten.
- Blijf nog even.

Bleib ein Weilchen.

- Nog een keer.
- Nogmaals!
- Nog een keer!

Noch einmal.

- Ik ben nog bezig.
- Ik werk nog.

Ich arbeite noch.

- Neem nog een kopje.
- Neem nog een kop.

- Trink noch eine Tasse.
- Trinkt noch eine Tasse.
- Trinken Sie noch eine Tasse.
- Trink doch noch eine Tasse.
- Trinkt doch noch eine Tasse.
- Trinken Sie doch noch eine Tasse.

- We hebben nog tijd.
- Er is nog tijd.

- Wir haben noch Zeit.
- Es ist noch Zeit.

- Ik ben nog in leven.
- Ik leef nog.

Ich lebe noch.

- Wat heb je nog?
- Wat hebt u nog?

Was haben Sie sonst noch?

- Het regent nog steeds.
- Het regent nog altijd.

Es regnet weiter.

- U bent nog jong.
- Ze zijn nog jong.

Sie sind noch jung.

- Nog een keer, alsjeblieft!
- Nog een keer, alstublieft!

Nochmal, bitte!

- Bel alstublieft nog eens.
- Bel alsjeblieft nog eens.

Bitte rufen Sie noch einmal an.

- Dat is nog slechter.
- Dat is nog erger.

Das ist ja noch schlimmer.

Nog een vrouwtje.

Ein weiteres Weibchen.

Weet je nog?

Erinnerst du dich?

Blijf nog even.

Bleib ein Weilchen!

Leeft Tom nog?

Ist Tom am Leben?

Hockey je nog?

Spielst du noch Hockey?

Kijk nog eens.

Schau nochmal hin.

Tom sliep nog.

Tom schlief noch.

Ook dat nog!

- Auch das noch!
- Das hat uns gerade noch gefehlt!

Wat nog meer?

Was noch?

Nog vijftien minuten.

Noch fünfzehn Minuten.

Leeft hij nog?

Ist er noch am Leben?

Hij slaapt nog.

Er schläft noch.

Het regent nog.

- Es regnet noch.
- Es regnet immer noch.
- Es ist immer noch am Regnen.

Tom leeft nog.

- Tom lebt noch.
- Tom ist noch am Leben.

Nog iets anders?

Sonst noch etwas?

Nog een keer!

- Noch mal!
- Nochmal!

Slaapt Tom nog?

Schläft Tom noch?

Hoeveel haltes nog?

- Wie viele Haltestellen noch?
- Wie viel Haltestellen noch?

Nog meer werk?

Mehr Arbeit?

Ik werk nog.

Ich arbeite noch.

Raad nog eens.

- Rate noch einmal!
- Raten Sie noch einmal!
- Ratet noch einmal!

Kijk nog eens!

Schau nochmal!

Zij leven nog.

Sie leben noch.

- Hou je nog van hem?
- Houdt u nog van hem?
- Houden jullie nog van hem?
- Houd je nog van hem?

- Liebst du ihn noch?
- Lieben Sie ihn noch?

- Heeft u nog vragen?
- Hebben jullie verder nog vragen?

- Haben Sie noch Fragen?
- Haben Sie weitere Fragen?
- Haben Sie noch mehr Fragen?
- Haben Sie noch weitere Fragen?

- Herinner je je mij nog?
- Ken je me nog?

- Erinnerst du dich an mich?
- Erinnerst du dich noch an mich?
- Kennst du mich noch?
- Erinnern Sie sich an mich?

- Leeft Robijn der Bossen nog?
- Leeft Robin Hood nog?

Lebt Robin Hood noch?

- Wat nog meer?
- Wat anders?
- Wat is er nog?

Was weiter?

- Probeer het nog eens.
- Probeer het nog een keer.

- Versuche es noch einmal.
- Versuch es noch einmal.
- Versuche es noch einmal!
- Versuch's noch mal!

- Zijn er nog vragen?
- Heeft er nog iemand vragen?

Hat noch jemand Fragen?

- Ik ben altijd nog alleen.
- Ik ben nog steeds single.
- Ik ben nog steeds vrijgezel.

- Ich bin immer noch allein.
- Ich bin noch ledig.

- Hallo, ben je er nog?
- Hallo? Ben je er nog?
- Hallo? Bent u er nog?

- Hallo? Bist du noch da?
- Hallo? Seid ihr noch da?
- Hallo? Sind Sie noch da?
- Hallo? Bist du noch dran?

- Ben je nog steeds thuis?
- Bent u nog steeds thuis?
- Zijn jullie nog steeds thuis?

- Bist du noch zu Hause?
- Seid ihr noch zuhause?

- Hij is er nog niet.
- Hij is nog niet gekomen.
- Hij is nog niet gearriveerd.

Er ist noch nicht gekommen.

- Gaat het nog steeds regenen vandaag?
- Regent het vandaag nog?
- Gaat het vandaag nog regenen?

Kommt heute noch Regen?

- Het is nog klaar buiten.
- Buiten is het nog licht.

- Draußen ist es noch hell.
- Es ist noch hell draußen.

- Neem er alsjeblieft nog een.
- Vooruit, neem er nog een.

Nimm bitte noch eins!

- De dreumes loopt nog niet.
- De baby loopt nog niet.

Das Baby läuft noch nicht.

- Ik heb nog niet gekozen.
- Ik heb nog niet besloten.

- Ich habe mich noch nicht entschieden.
- Ich habe noch keine Entscheidung getroffen.
- Ich habe noch keinen Beschluss gefasst.

- Zij is er nog niet.
- Ze is nog niet gekomen.

Sie ist noch nicht gekommen.

- Ik wil nog niet sterven.
- Ik wil nog niet doodgaan.

Ich will noch nicht sterben.

- Ze is nog niet hier.
- Zij is er nog niet.

Sie ist noch nicht hier.