Translation of "Eentje" in German

0.019 sec.

Examples of using "Eentje" in a sentence and their german translations:

Hij heeft twee katten, eentje wit, eentje zwart.

Er hat zwei Katzen, eine ist weiß und eine schwarz.

Hier is eentje.

Schau, da ist einer.

Ik proefde er eentje.

Ich probierte eines.

Ik wil er eentje!

Ich will eins.

We hebben er eentje gevonden.

- Wir haben eins gefunden.
- Wir haben einen gefunden.
- Wir haben eine gefunden.

Hij komt in z’n eentje.

Er kommt allein.

Je kunt er eentje uitzoeken.

Du kannst dir irgendeinen davon aussuchen.

Geef me er nog eentje.

- Gib mir noch eins.
- Gib mir noch eine.
- Gib mir noch einen.
- Gebt mir noch einen.

Tom kwam hier in zijn eentje.

Tom ist alleine hierhergekommen.

Ik ben helemaal in mijn eentje.

Ich bin ganz alleine.

- Wil je er een?
- Wilt u er een?
- Wil je er eentje?
- Wilt u er eentje?

- Wollen sie eins?
- Willst du eins?
- Wollt ihr eins?

Dus wil je er nog eentje vangen?

willst du vielleicht noch mehr finden.

Tom kan niet in zijn eentje overleven.

Tom kann nicht allein überleben.

Eentje die Mexicaanse lopers... ...de Tara Humara-stam...

den mexikanische Läufer des Tara-Humara-Stamms anwenden,

Hij loste het probleem in zijn eentje op.

Er hat das Problem allein gelöst.

- Ik wil er één!
- Ik wil er eentje!

- Ich will einen!
- Ich will eins!
- Ich will eine!

Zoals mijn moeder die op haar eentje woont...

wie meine Mutter zum Beispiel, die alleine lebt...

Tom kan dit niet in zijn eentje aan.

Tom schafft das nicht alleine.

Heb jij deze pop in je eentje gemaakt?

- Hast du die Puppe selbst gemacht?
- Hast du diese Puppe selbst gemacht?
- Hast du die Puppe selber gemacht?

Je moet in je eentje jouw problemen oplossen.

Du musst selber deine Probleme lösen.

Er is precies genoeg tijd om er eentje te drinken.

Wir haben gerade Zeit genug, einen Kleinen zu trinken.

Deze elektriciteitscentrale voorziet op haar eentje meerdere steden van elektriciteit.

Dieses Kraftwerk allein versorgt mehrere Städte mit Elektrizität.

Beide zijn vrij smerig... ...maar slechts eentje kan me ziek maken.

Beides wird ziemlich ekelhaft schmecken, aber nur von einem könnte ich krank werden.

Beide smaken vrij smerig... ...maar slechts eentje kan me ziek maken.

Beides wird ziemlich ekelhaft schmecken, aber nur von einem kann ich krank werden.

Ik kan niet geloven dat je dit in je eentje gedaan hebt.

Ich kann nicht glauben, dass du das selbst gemacht hast.

Tom houdt er niet van dat Mary daar op haar eentje woont.

Es gefällt Tom nicht, dass Maria allein dort wohnt.

Ik heb drie honden. Eentje is mannelijk en de andere twee zijn vrouwelijk.

Ich habe drei Hunde. Einer ist ein Männchen und die anderen beiden sind Weibchen.

Tom had de moed niet om daar in zijn eentje naartoe te gaan.

Tom hatte nicht den Mut, dort alleine hinzugehen.

Maar wat ik niet weet is of het eentje is die me ziek maakt.

Aber ich weiß nicht, ob mir von davon schlecht werden könnte.

Maar wat ik niet weet is of het eentje is die me ziek maakt.

Ich weiß allerdings nicht, ob er mich krank machen könnte.

- Ik heb nog een in mijn tas.
- Er zit nog eentje in mijn tas.

Noch eins ist in meiner Tasche.

- Heb jij deze pop in je eentje gemaakt?
- Heb jij deze pop zelf gemaakt?

- Hast du die Puppe selbst gemacht?
- Haben Sie die Puppe selbst gemacht?
- Hast du diese Puppe selbst gemacht?

In elke grote organisatie is het verreweg veiliger om met de meerderheid ongelijk te hebben dan in zijn eentje gelijk te hebben.

In jeder großen Organisation ist es bei weitem sicherer, zusammen mit der Mehrheit falschzuliegen, als allein recht zu haben.

- Ik wist niet dat je dat zelf zou doen.
- Ik had geen idee dat je dat op eigen houtje zou doen.
- Ik realiseerde me niet dat je dat op je eentje zou doen.

- Ich wusste nicht, dass du das selber tun wolltest.
- Ich wusste nicht, dass ihr das selber tun wolltet.
- Ich wusste nicht, dass Sie das selber tun wollten.