Translation of "Katten" in German

0.015 sec.

Examples of using "Katten" in a sentence and their german translations:

- Eten katten vleermuizen, of eten vleermuizen katten?
- Eten katten vleermuizen of eten vleermuizen katten?

Fressen Katzen Fledermäuse oder fressen Fledermäuse Katzen?

Dromen katten?

Träumen Katzen?

- Je hebt drie katten.
- U heeft drie katten.
- Jullie hebben drie katten.

- Ihr habt drei Katzen.
- Du hast drei Katzen.
- Sie haben drei Katzen.

- Ze houdt van katten.
- Zij houdt van katten.

Sie liebt Katzen.

Katten vangen muizen.

Katzen fangen Mäuse.

Ik haat katten.

Ich hasse Katzen.

Katten haten water.

- Katzen hassen Wasser.
- Katzen können Wasser nicht ausstehen.

Tom haat katten.

Tom kann Katzen nicht leiden.

Katten haten stofzuigers.

Katzen hassen Staubsauger.

Katten zijn slim.

Katzen sind schlau.

Katten zijn nachtactief.

Katzen sind nachtaktiv.

Honden haten katten.

Hunde verabscheuen Katzen.

Katten zijn magisch.

Katzen sind magisch.

- De katten miauwen.
- De katten zijn aan het miauwen.

Die Katzen miauen.

- Katten haten stofzuigers.
- Katten hebben een hekel aan stofzuigers.

Katzen hassen Staubsauger.

- De katten snorren.
- De katten zijn aan het snorren.

Die Katzen schnurren.

- Ze is dol op katten.
- Ze is gek op katten.

Sie liebt Katzen.

- Houdt ge van zwarte katten?
- Hou je van zwarte katten?

- Mögen Sie schwarze Katzen?
- Magst du schwarze Katzen?

Ze houdt van katten.

Sie liebt Katzen.

Katten krommen hun rug.

Katzen machen einen Buckel.

Hij heeft twee katten.

Er hat zwei Katzen.

Mijn vrouw haat katten.

Meine Frau hasst Katzen.

Ik heb dertien katten.

Ich habe dreizehn Katzen.

Susan houdt van katten.

Susan mag Katzen.

Katten eten geen bananen.

Katzen fressen keine Bananen.

De katten zijn veilig.

Die Katzen sind in Sicherheit.

Katten dragen geen halsband.

Katzen tragen kein Halsband.

Ik hou van katten.

Ich mag Katzen.

Katten hebben negen levens.

Eine Katze hat neun Leben.

Meredith heeft twee katten.

Meredith hat zwei Katzen.

Tom houdt van katten.

Tom mag Katzen.

Ken heeft twee katten.

Ken hat zwei Katzen.

Hij houdt van katten.

Er liebt Katzen.

Ik heb drie katten.

Ich habe drei Katzen.

Ik heb twee katten.

- Ich habe zwei Katzen.
- Ich habe zwei Kater.

U heeft drie katten.

Sie haben drei Katzen.

Tom heeft twee katten.

Tom hat zwei Katzen.

Tom heeft veel katten.

Tom hat viele Katzen.

Katten houden van dozen.

Katzen mögen Kartons.

Tom heeft drie katten.

Tom hat drei Katzen.

Je hebt drie katten.

Du hast drei Katzen.

Katten hebben liefde nodig.

Katzen brauchen Liebe.

Ik heb geen katten.

Ich habe keine Katzen.

Ik heb vijf katten.

Ich habe fünf Katzen.

Waar zijn jouw katten?

Wo sind deine Katzen?

Mike houdt van katten.

Mike mag Katzen.