Translation of "Maken" in French

maken.

.

- Ze maken een grapje.
- Zij maken een grapje.

- Ils plaisantent.
- Elles plaisantent.
- Ils rigolent.
- Elles rigolent.

- We maken allen fouten.
- We maken allemaal fouten.

- Nous commettons tous des erreurs.
- Nous commettons toutes des erreurs.

Woorden maken verschil.

Les mots sont importants.

Bijen maken honing.

Les abeilles font du miel.

We maken vorderingen.

Nous faisons des progrès.

Geen ruzie maken.

- Ne discute pas.
- Ne discutez pas.
- Inutile de discuter.
- Pas de discussion.

Componisten maken muziek.

Les compositeurs créent de la musique.

Beloftes maken schuld.

- Les promesses sont des dettes.
- Toute promesse est une dette.

- Goeie rekeningen maken goeie vrienden.
- Effen rekeningen maken goede vrienden.
- Goede rekeningen maken goede vrienden.

Les bons comptes font les bons amis.

- Vele kleintjes maken een groot.
- Vele kleintjes maken een grote.

Les petits ruisseaux font les grandes rivières.

- Laten we een reisje maken.
- Laten we een reis maken.

Allons en voyage.

- Iedereen kan fouten maken.
- Iedereen kan wel een foutje maken.

N'importe qui peut commettre des erreurs.

- Ik zal u gelukkig maken.
- Ik zal je gelukkig maken.

- Je vais te rendre heureux.
- Je te rendrai heureuse.
- Je te rendrai heureux.
- Je vous rendrai heureux.
- Je vous rendrai heureuse.

- Aangenaam kennis te maken.
- Prettig met u kennis te maken!

Enchanté de faire votre connaissance.

- Zo maken we ijs.
- Dat is hoe we ijs maken.

C'est comme ça que nous faisons de la crème glacée.

maken wij zelf uit

nous tenons les rênes,

Maar ze bang maken?

Mais leur faire peur?

Kleren maken de man.

L'habit fait l'homme.

Iedereen kan fouten maken.

N'importe qui peut commettre des erreurs.

Ga Mary wakker maken.

Va réveiller Marie.

We maken soms fouten.

Nous faisons parfois des erreurs.

We maken een grapje.

Nous plaisantons.

Horrorfilms maken me bang.

Les films d'horreur me font peur.

Spinnen maken graag spinnenwebben.

Les araignées aiment tisser des toiles.

Aangenaam kennis te maken.

Ravi d'apprendre à te connaître.

Manieren maken de man.

Les manières font l'homme.

Bloemen maken haar blij.

Les fleurs la réjouissent.

Ze maken een salade.

Ils font une salade.

Aangenaam kennis te maken!

- Enchanté !
- Enchantée !

Computers maken mensen dom.

Les ordinateurs rendent les gens stupides.

Ze maken ons beter.

Elles nous rendent meilleurs.

We maken graag grapjes.

Nous aimons blaguer.

We maken allemaal fouten.

Nous faisons tous des erreurs.

- Je kan je eigen maken.
- Je kan er zelf een maken.
- U kan er een voor uzelf maken.
- Je kunt er zelf een maken.

- Tu peux faire le tien.
- Vous pouvez faire le vôtre.
- Tu peux t'en faire un à toi.
- Vous pouvez vous en faire un à vous.

- Iedereen maakt fouten.
- We maken allen fouten.
- We maken allemaal fouten.

Nous commettons tous des erreurs.

- Buitenlanders intrigeren me.
- Buitenlanders maken me nieuwsgierig.
- Buitenlanders maken mij nieuwsgierig.

Les étrangers m'intriguent.

- We maken ons zorgen om je.
- We maken ons zorgen om u.
- We maken ons zorgen om jullie.

- Nous nous inquiétons pour toi.
- Nous sommes inquiets à votre sujet.

- Kan je de defecte radio maken?
- Kunt u de defecte radio maken?

Peux-tu réparer la radio cassée ?

- Je kan er zelf een maken.
- Je kunt er zelf een maken.

Tu peux t'en faire un à toi.

- Laat ons hier een foto maken.
- Laten we hier een foto maken.

Prenons une photo ici.

- Aangenaam kennis te maken.
- Ik ben blij je te leren kennen.
- Prettig met u kennis te maken!
- Aangenaam.
- Aangenaam kennis te maken!
- Aangenaam kennis met je te maken.
- Prettig kennis met je te maken.

Enchanté.

Ik ga veel handgebaren maken.

Je ferai plein de gestes de la main.

Ik ga het intellectueel maken.

Je vais rendre ça intellectuel.

Om voedsel te maken – ‘autotroof’.

pour se nourrir -- « autotrophe ».

Maar deze filters maken fouten.

Mais ces filtres font des erreurs.

maken ziekenhuizen ons vaak zieker.

les hôpitaux nous rendent souvent plus malade.

Alleen vrouwtjes maken deze reis.

Seules les femelles font cet aller simple.

Ze maken gebruik van licht.

Elles profitent des lumières.

maken transport makkelijker voor iedereen.

les transports sont plus faciles.

Ik zal je gelukkig maken.

- Je vais te rendre heureux.
- Je te rendrai heureuse.
- Je te rendrai heureux.

Vele kleintjes maken een grote.

Les petits ruisseaux font les grandes rivières.

Laten we een reis maken.

Allons en voyage.

Te veel zoetigheden maken dik.

- Trop de sucreries font grossir.
- Trop de sucreries vous rendent gros.
- Trop de sucreries te rendent gros.

Dat kun je niet maken.

- Tu ne peux pas faire ça.
- Tu ne peux pas faire cela.
- Vous ne pouvez pas faire cela.
- Vous ne pouvez pas faire ça.

Waarom maken ze altijd ruzie?

- Pourquoi se disputent-ils toujours ?
- Pourquoi se disputent-elles toujours ?

Dat kan je niet maken.

Tu ne peux pas faire ça !

Ik kan geen uitzondering maken.

Je ne peux pas faire d'exception.

Ik zal wat pindakaas maken.

Je ferai du beurre de cacahuètes.

Huiswerk maken is extreem saai.

Faire ses devoirs est extrêmement ennuyeux.

- Aangenaam kennis te maken.
- Aangenaam.

- Je suis heureux de vous rencontrer.
- Ravie de vous rencontrer.
- Enchanté de faire votre connaissance.

- Aangenaam!
- Aangenaam kennis te maken!

- Enchanté.
- Enchanté !
- Enchantée !

Ik zal u gelukkig maken.

- Je te rendrai heureuse.
- Je te rendrai heureux.
- Je vous rendrai heureux.
- Je vous rendrai heureuse.

Ik moest een keuze maken.

- Il me fallut faire un choix.
- Il m'a fallu faire un choix.
- Il m'a fallu effectuer un choix.
- Il m'a fallu opérer un choix.

Ze maken nogal vaak ruzie.

Ils se disputent assez souvent.

Goeie rekeningen maken goeie vrienden.

Les bons comptes font les bons amis.

Ik wil een wandeling maken.

Je voudrais me promener.

Vele mensen maken deze fout.

Beaucoup de gens commettent cette erreur.

Ga je een wandeling maken?

Vas-tu te promener ?

Boktorren maken de planken hol.

Les longicornes creusent les planches.