Translation of "Brug" in French

De brug is gesloten.

Le pont est fermé.

Deze brug lijkt stevig.

Ce pont a l'air solide.

Zij bouwden een brug.

- Ils ont construit un pont.
- Elles ont construit un pont.

Deze brug is wankelend.

Cette passerelle est chancelante.

- De brug is van hout.
- De brug is van hout gemaakt.

Ce pont est fait en bois.

- Deze brug is van steen gemaakt.
- Die brug is van steen.

- Ce pont est fait en pierre.
- Ce pont est fait de pierres.
- Ce pont est de pierre.

- Deze brug is van steen.
- Deze brug is van steen gemaakt.

Ce pont est de pierre.

Hoe lang is deze brug?

De quelle longueur est ce pont ?

De brug is in aanbouw.

Le pont est en construction.

Zie je tenminste de brug?

Tu vois le pont, au moins ?

Deze brug is van steen.

Ce pont est en pierre.

Hoe lang is die brug?

Quelle est la longueur de ce pont ?

Die brug is erg mooi.

Ce pont est très beau.

Hoe lang is de brug?

De quelle longueur est ce pont ?

- Lang geleden was hier een brug.
- Lang geleden was er hier een brug.

Il y a fort longtemps, il y avait un pont ici.

- De brug heeft veel geld gekost.
- Er werd veel geld uitgegeven aan de brug.

De grosses sommes d'argent ont été dépensées pour le pont.

Het was donker onder de brug.

Il faisait sombre sous le pont.

Deze brug is van steen gemaakt.

Ce pont est fait en pierre.

Ik neem foto's van de brug.

Je prends des photos du pont.

Lang geleden was hier een brug.

Il y a fort longtemps, il y avait un pont ici.

De brug was weggespoeld door de overstroming.

Le pont a été emporté par la crue.

Je zal een tijdelijke brug nodig hebben.

- Vous avez besoin d'un bridge provisoire.
- Vous aurez besoin d'un pont provisoire.

De brug is nog steeds in aanbouw.

Le pont est encore en construction.

Er staat een hond op de brug.

Il y a un chien sur le pont.

De brug is gebouwd door de Romeinen.

Le pont a été construit par les Romains.

Haar huis bevindt zich over de brug.

Sa maison se trouve de l'autre côté du pont.

De brug werd in twee jaar gebouwd.

Le pont fut construit en deux ans.

De brug is voor het verkeer gesloten.

Le pont est fermé à la circulation.

Een brug bouw je niet in één dag.

On ne peut pas construire un pont en un jour.

De brug heeft een lengte van honderd meter.

Le pont a une portée de 100 mètres.

Ik zag een boot stroomopwaarts van de brug.

Je vis un bateau en amont du pont.

Er werd veel geld uitgegeven aan de brug.

De grosses sommes d'argent ont été dépensées pour le pont.

De brug is heel lang en heel hoog.

Le pont est très long et très haut.

Er werd een grote brug over de rivier gebouwd.

Un grand pont a été construit au-dessus de la rivière.

Hij pleegde zelfmoord door van een brug te vallen.

Il se suicida en tombant d'un pont.

Het dorp is met onze stad verbonden door een brug.

Le village est relié à notre ville par un pont.

Mijn huis staat aan de andere kant van deze brug.

Ma maison est de l'autre côté de ce pont.

De brug tussen Denemarken en Zweden is bijna vijf mijl lang.

Le pont entre le Danemark et la Suède fait presque 5 milles de longueur.

Er werd een houten brug over de Khumbu-ijswaterval gemaakt van bomen.

qui ont servi à bâtir un pont en bois au-dessus de la cascade de glace de Khumbu.

Als zijn woord een brug zou zijn, zou ik er niet over stappen.

- Si sa parole était un pont, je ne marcherais pas dessus.
- Si sa parole était un pont, je ne la traverserais pas.

Een brug stortte in in Genua, Italië, en kostte het leven aan 39 mensen.

Un pont s’est effondré à Gênes, en Italie, faisant 39 morts.

De hele wereld is maar een zeer smalle brug, en meest belangrijk is, nooit angst hebben!

Le monde entier - dans son intégralité - est un pont fort étroit, et il importe au plus haut point de ne pas avoir peur.

Er bestaan duizenden talen in de hele wereld, maar één enkele is de brug naar alle sprekers ervan.

Il existe des milliers de langues dans le monde entier, mais l'espéranto est le seul pont vers tous ceux qui les parlent.

Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.

Am, stram, gram, pic et pic et colégram, bour et bour et ratatam, am, stram, gram.

- Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas, wie is de baas?
- Onder de piano lag een ei, in dat ei daar zat een brief, waarop te lezen stond wie is uw lief?
- Onder de piano ligt een flesje bier; al wie er van drinkt, stinkt!
- Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn erin gekropen.

- Am, stram, gram, pic et pic et colégram, bour et bour et ratatam, am, stram, gram.
- Pote pote les carottes, à la place des tomates, boule de canon tu fiches le camp !
- Pisse l'andouille, c'est toi l'andouille !
- En den tic, sipita lastic, sipita laboumlala, en den tic.