Examples of using "Gelopen" in a sentence and their finnish translations:
- Ze liepen. - Ze hebben gelopen.
He kävelivät.
- Ze liepen naar boven. - Zij liepen naar boven. - Ze zijn naar boven gelopen. - Zij zijn naar boven gelopen.
- He kävelivät portaat ylös. - He kävelivät yläkertaan. - He menivät yläkertaan.
- Ik ben verloren gelopen vorige keer dat ik u bezocht. - Ik ben verloren gelopen toen ik je voor het eerst bezocht. - Ik ben verdwaald toen ik je de eerste keer bezocht.
Eksyin kun kävin luonasi ensi kerran.
- Ik rende naar buiten. - Ik ben naar buiten gerend. - Ik liep naar buiten. - Ik ben naar buiten gelopen.