Translation of "Toilet" in English

Waar is het toilet?

- Where is the bathroom?
- Where's the restroom?
- Where is the toilet?

Ik zoek het toilet.

- I am looking for the restroom.
- I'm looking for the restroom.

- Is er een toilet vlakbij?
- Is er hier ergens een toilet?

Is there a toilet near here?

Ik moet naar het toilet.

- I have to go to the bathroom.
- I need to go to the bathroom.
- I need to go to the toilet.

Kunnen jullie een toilet repareren?

Can you fix a toilet?

Is er een toilet vlakbij?

Is there a toilet near here?

We hebben net het toilet schoongemaakt.

We just cleaned the toilet.

Tom spoelde drugs door het toilet.

Tom flushed the drugs down the toilet.

Spoel nooit medicijnen door het toilet.

- Never flush medicines down the toilet.
- Never flush drugs down the toilet.

Spoel nooit drugs door het toilet.

Never flush drugs down the toilet.

Ik kon het toilet niet vinden.

I couldn't find the toilet.

Het toilet bevindt zich achter de trap.

The toilet is behind the staircase.

Excuseer, ik ga naar even het toilet.

I'm going to the restroom.

- Waar is het toilet?
- Waar is de wc?

- Where's the restroom?
- Where is the toilet?
- Where's the toilet?
- Where's the loo?

De ingang van het toilet is heel vuil.

The entrance to the toilet is very dirty.

De ingang van het toilet is erg vies.

The entrance to the toilet is very dirty.

- Ik moet naar het toilet.
- Ik moet plassen.

- I need to go pee.
- I have to go pee.

- Het toilet is boven.
- De wc is boven.

The toilet is upstairs.

Maria verontschuldigde zich om naar het toilet te gaan.

Mary excused herself to go to the washroom.

- Ik moet naar de wc.
- Ik moet naar het toilet.

- I have to go to the toilet.
- I must go to the toilet.
- I have to go to the bathroom.
- I need to go to the bathroom.
- I need to go to the toilet.
- I need to use the bathroom.

Het spijt me, maar ik moet heel dringend naar het toilet.

Sorry, but I need to go to the toilet urgently.

- Ik moet naar de wc.
- Ik moet even naar het toilet.

- I have to go to the toilet.
- I need to go to the toilet.

Ik kijk uit naar een telefoon met een toilet erop. Hoe bizar.

I'm looking forward to having a toilet in the cell phones. [laughs] [man] How crazy!

Het is een gewoonte van mij om op het toilet te lezen.

It's my habit to read on the toilet.

- Waar is het toilet?
- Waar is de wc?
- Waar is de badkamer?

- Where is the bathroom?
- Where's the restroom?
- Where's the bathroom?

- Waar is het toilet?
- Waar is de plee?
- Waar is de wc?

- Where's the loo?
- Where's the shitter?
- Where's the crapper?

Maria vindt het niet leuk dat Tom het deksel van het toilet omhoog laat.

Mary doesn't like it when Tom leaves the toilet seat up.

In plaats met van degenen die seks willen hebben in het toilet van een 747.

who does not want to have sex with me in a closet on a 747.