Translation of "Afgesproken" in English

- Oké?
- Akkoord?
- Afgesproken?

- Do we have a deal here?
- Deal?

Het was afgesproken spel.

That game was rigged.

Wat hebben jullie uiteindelijk afgesproken?

What did you agree on in the end?

- Het is een deal.
- Afgesproken.

We've got a deal.

We hebben vanavond daar afgesproken. Kom mee!

We're going to meet there tonight. Come with us!

Ik dacht dat je met Tom had afgesproken.

I thought you had a date with Tom.

Ik heb vanavond afgesproken met een vriend van vroeger.

Tonight I'm going to see an old friend.

- Ik heb om zes uur met hem afgesproken.
- Ik ontmoet hem om zes uur.

I have an appointment with him at six.

- Ik heb om zes uur een afspraakje met hem.
- Ik heb om zes uur met hem afgesproken.
- Ik ontmoet hem om zes uur.

I have an appointment with him at six.

We vragen nieuwe patiënten een medische vragenlijst in te vullen, dus gelieve tien minuten voor de afgesproken tijd in het ziekenhuis aanwezig te zijn.

New patients are asked to arrive at hospital ten minutes before the time of their appointment to fill in a clinical questionnaire.