Translation of "نسرع" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "نسرع" in a sentence and their dutch translations:

‫يجب أن نسرع.‬

We moeten opschieten.

‫لذا يجب أن نسرع.‬

dus we moeten opschieten.

‫علينا أن نسرع باتخاذ القرار.‬

We moeten opschieten en besluiten.

نحن نختار متى نسرع و متى نبطئ.

Wij kiezen wanneer we gaan versnellen of vertragen.

‫يجب أن نسرع ‬ ‫ونحاول اصطياد المزيد من الزواحف.‬

We moeten opschieten en meer beesten vinden.

‫يجب أن نسرع ‬ ‫ونحاول اصطياد المزيد من الكائنات.‬ ‫أنصت، هل تسمع هذا؟‬

We moeten opschieten en meer beesten vinden. Luister, hoor je dat?

‫ولن نتمكن من النجاة هنا لفترة طويلة.‬ ‫يجب أن نسرع ‬ ‫ونحاول اصطياد المزيد من الزواحف.‬

...en we houden het hier niet veel langer uit. We moeten opschieten en meer beesten vinden.