Examples of using "Pratik" in a sentence and their dutch translations:
Laten we oefenen.
Het is niet praktisch.
Tom is praktisch.
Ik heb geoefend.
Ik heb veel geoefend.
Ik zie dat je hebt geoefend.
Ik probeer te oefenen.
Ik heb met Tom geoefend.
Dat is niet praktisch.
Ik oefen niet meer.
Heb je geoefend?
- Ik wil met je oefenen.
- Ik wil met jou oefenen.
Blijf oefenen.
Ik denk dat je wel genoeg geoefend hebt.
- Ik heb de tijd gehad om te oefenen.
- Ik had tijd om te oefenen.
Ik ben laat voor de training.
We oefenen niet zo veel.
We oefenen veel.
We zijn alleen maar aan het oefenen.
- Ik oefende elke dag.
- Ik heb elke dag geoefend.
Tom is op zijn clarinet aan het oefenen.
Je zou wat meer moeten oefenen.
Je hoort nu te oefenen.
Je had harder moeten oefenen.
Ik heb hard geoefend.
Ik bleef oefenen.
Laten we samen oefenen.
Tom heeft op maandag niet geoefend.
Tom bleef oefenen.
Je zult het moeten oefenen.
Ik wil nog een beetje oefenen.
Ik was nooit erg praktisch.
Tom is een erg praktisch, nuchter mens.
Tom moet heel hard geoefend hebben.
Tom moet dat veel geoefend hebben.
Andy moet heel hard geoefend hebben.
- Dit is een uitstekende manier om te oefenen.
- Dit is een heel goede manier om te oefenen.
Uw ideeën zijn amper praktisch.
Je moet oefenen als je er goed in wil worden.
Zijn praktische en humane aanpak won respect en leverde resultaten op.
In theorie zouden theorie en praktijk hetzelfde moeten zijn, maar in de praktijk zijn ze dat niet.
Je wordt er beter in als je blijft oefenen.
In theorie is er geen verschil tussen theorie en praktijk. Maar in de praktijk wel.
Hij oefende elke dag thuis.
die de handen van de man afsnijdt ... of je kunt muggenziften over poëzie zoals Thormod en