Examples of using "Artık" in a sentence and their dutch translations:
Hou ermee op!
Het staat klaar.
Ze hadden er genoeg van.
Ik kan niet meer!
Je kan niet meer lezen?
Ik kan niet langer wachten.
Ik drink niet meer.
Sterf nu!
Ga slapen.
Ik zeg geen woord meer.
Ik ben niet meer bang.
Ik kan niet meer drinken.
Genoeg is genoeg!
Ik ben nu niet gewapend.
- Je bent nu vrij.
- U bent nu vrij.
- Jullie zijn nu vrij.
- Zeker niet!
- Absoluut niet!
Nu ben ik vrij.
Ik ben niet meer depressief.
- Ik ben klaar.
- Ik heb het gehad.
Ik woon niet meer in Boston.
Ik zal het niet meer tolereren.
- Dat zeggen we niet meer.
- Men zegt dat niet meer.
Ik ben geen kind meer.
Ik kan niet meer in dit huis wonen.
Maar we zitten eraan vast.
Nu is ze de baas.
Ik hou niet meer van haar.
Hij kan niet meer lopen.
Ik wil nooit meer eten.
Ze is niet meer alleen.
- Nu kan je oversteken.
- Nu kunnen jullie oversteken.
Ik vertaal geen contracten meer.
Ik kan dit niet langer verdragen.
Ik kan hier niet meer naar kijken.
Je kan het niet langer uitstellen.
- Ik vind je niet meer leuk.
- Ik hou niet meer van je.
- Ik mag je niet langer.
Het is nu te laat.
Ik heb er genoeg van.
- Tom is nu de baas.
- Tom heeft nu de leiding.
Ik drink geen bier meer.
Nou, zo is het wel genoeg!
Het is nu voorbij.
Ik kan er niet meer tegen!
Hierna kan ik rustig slapen.
Ik wil niet meer.
Ik ga daar niet meer heen.
Ik woon niet meer in Boston.
Tom werkt niet meer.
Ik kan hem niet langer vertrouwen.
Ik doe het niet meer.
Ik heb geen honger meer.
Ik geloof hem niet meer.
- Ik vind je niet meer leuk.
- Ik mag je niet langer.
Ik zal het nooit meer doen.
Mag ik nu gaan?
Dat zeggen we niet meer.
Ik zal het niet meer tolereren.
Ik kan niemand meer geloven.
Ik krijg geen inspiratie meer.
Kijk niet langer naar het voetbal.
Ik woon niet meer in Boston.
Ik denk dat we nu veilig zijn.
We zijn nu familie.
- Het kan me allemaal niet meer schelen.
- Het kan me niet meer schelen.
- Het maakt me niet meer uit.
Ik oefen niet meer.
Ik kon het niet meer aan.
Niemand luistert meer.
Ik kan hem niet langer vertrouwen.
Ik zie ze niet meer.
Mijn computer gaat niet meer aan.
- Jullie zijn nu oud genoeg.
- Je bent nu oud genoeg.
Tom drinkt niet meer.
Ik wil het niet meer.
Ik kan dit lawaai niet meer verdragen.
- Ik kan niet langer tegen die kou.
- Ik hou die kou niet langer uit.
Pff, ik ben het beu!
- Ontspan u!
- Kalmeer je!
- Rustig maar.
Doen we niet meer.
Het kind weent al niet meer.
- Ik kan dit lawaai niet meer verdragen.
- Ik kan deze herrie niet langer verdragen.