Examples of using "Seninle" in a sentence and their dutch translations:
- Ik zal u vergezellen.
- Ik ga met u mee.
- Ik ga met je mee.
Ik moet met jou praten.
Ik sta aan jullie zijde...
Laat me met je meegaan.
Ik zal voor je zorgen.
Met jou praat ik niet.
Ik ga met je mee.
Laat me met je meegaan.
- Ik wil niet met je praten.
- Ik wil niet met u praten.
Ik ben gekomen om met u te spreken.
Kan ik met je praten?
- Ik ben trots op je.
- Ik ben trots op u.
- Ik ben trots op jullie.
- Ik ben trots op jou.
Ik zou graag met je meegaan.
Ik kan dat niet met jou bespreken.
Ik wilde met je samen zijn.
Kan ik jouw hand schudden?
Ik ontmoet je aldaar.
- Met jou wil ik oud worden.
- Met jullie wil ik oud worden.
- Tom is in jou geïnteresseerd.
- Tom is geïnteresseerd in jou.
Bij jou voel ik me veilig.
Ik probeerde met je te praten.
Ik wil bij jou wonen.
We zijn erg trots op je!
Ik vond het erg fijn met je te praten.
Waarom ga ik niet met je mee?
Ik wil met je trouwen.
Ik zal niet bij jullie blijven.
Ik wil geen problemen met jou.
Vrede zij met u!
Ik ga met je mee.
Ik wilde je ontmoeten.
Leuk je te ontmoeten.
Tom zal niet met je trouwen.
Ik wil met je reizen.
Ik heb je altijd willen ontmoeten.
- Ik voel me bij jou op m'n gemak.
- Ik kom bij jou tot rust.
- Ik zou graag met jou naar zee gaan.
- Ik zou graag met jou naar de kust gaan.
Ik zal nooit jullie vriendin zijn.
Ik kan het niet met je eens zijn.
Zij wil met je praten.
Ik weet niet wat ik met jou aan moet.
Ik ben echt trots op je.
Ik wil alleen maar bij jou zijn.
Ik wil hier blijven met jou.
- Ik wil hier bij jou zijn.
- Ik wil hier bij jullie zijn.
- Kijk me aan als ik tegen je praat.
- Kijk me aan als ik tegen je praat!
Ik ga met u mee.
Hij wil je ontmoeten.
Maak je geen zorgen. Ik blijf bij je.
Ik blijf bij je.
We zijn erg trots op je!
Het spijt me dat ik vandaag niet met je mee kan gaan.
Je stelt me teleur.
''Mag ik met je mee?'' ''Ja, hoor!''
Ik ben gekomen om met u te spreken.
Neem me met je mee naar huis.
Neem dit mee naar huis.
Tom, kan ik even met je spreken?
- Ik wilde alleen met je praten.
- Ik wilde alleen maar met je praten.
- Ik wilde enkel met je praten.
Ik wil graag met je dansen.
Ik heb geen spijt u te ontmoeten.
Ik praat niet tegen jou, maar tegen de aap.
Ik kijk ernaar uit u te ontmoeten.
Ik kijk ernaar uit om je te ontmoeten.
Ik zal u contacteren.
Ik spreek geen Frans meer met u.
- Ik heb hetzelfde probleem als gij.
- Ik heb dezelfde problemen zoals jij die hebt.
- Ik heb hetzelfde probleem als jij.
Ik ga met u naar Hannover.
Ik moet even met je praten.
Moet ik met je meegaan?
Zij willen je ontmoeten.
Ik kan niet wachten om je te ontmoeten.
- Tom is trots op jou.
- Tom is trots op u.
Ik wil niet meer met je spelen.
Tom wil u spreken.
Tom weet wel beter dan met jou te vechten.
Ik zal het probleem uitvoerig met je bespreken.
Op dit punt ben ik het met je eens.
- Ik zou hier bij jou wonen als ik kon.
- Ik zou hier bij u wonen als ik kon.
- Ik zou hier bij jullie wonen als ik kon.
Hij is ongeveer even oud als jij.
Als ik genoeg tijd had, zou ik met u spreken.
Ik heb je altijd willen ontmoeten.
Ze staat te popelen om jou te ontmoeten.
Ik ben blij je te leren kennen.
Ik spreek je niet graag tegen.
Kan ik je een seconde spreken?
- Ik wil gewoon met je praten.
- Ik wil gewoon met u praten.
- Ik wil gewoon met jullie praten.
Ik wilde je hierover spreken.