Examples of using "Podrás" in a sentence and their dutch translations:
Morgen zal je hem kunnen zien.
- Morgen kunt ge mij bezoeken.
- Je kunt me morgen bezoeken.
Je zult hem morgen kunnen zien.
- Kunt ge mij helpen als ik verhuis?
- Kunt u me helpen wanneer ik verhuis?
Als je opschiet kan je de trein nog halen.
Over een paar dagen zul je weer kunnen rennen.
Je ontsnapt niet aan een boze neushoorn.
Hoe sluw je ook bent, je kan nooit jezelf verrassen.
Je mag eens zien hoe het is aan het kortere eind van het spectrum."
Als je Esperanto spreekt kun je naar interessante en leuke bijeenkomsten gaan, die verspreid over de hele wereld plaatsvinden.
Hoe hard je het ook probeert, Engels leer je niet in twee, drie maanden.
Je bent geen eigenaar van dit opslagbestand. Je kunt je voortgang niet opslaan. Trofeeën zijn niet beschikbaar.