Translation of "Nuevamente" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Nuevamente" in a sentence and their dutch translations:

Quiero que vengas nuevamente.

Ik wil dat je weer komt.

No sirve preguntarle nuevamente.

Het heeft geen zin het hem nog eens te vragen.

Me alegro de encontrarte nuevamente.

Ik ben blij je weer te ontmoeten.

- Gracias otra vez.
- ¡Gracias nuevamente!

Nogmaals bedankt.

Este verano en Tokio nuevamente habrá sequía.

In Tokio zal het deze zomer weer tot een watertekort komen.

Y la cuarta razón es, nuevamente, el suicidio.

en de vierde reden is opnieuw zelfmoord.

Gracias nuevamente a Surfshark por patrocinar este video.

Nogmaals bedankt aan Surfshark voor het sponsoren van deze video.

Gracias nuevamente a Displate por patrocinar este video.

Nogmaals bedankt aan Displate voor het sponsoren van deze video.

Podrás correr nuevamente en un par de días.

Over een paar dagen zul je weer kunnen rennen.

Aquí vemos nuevamente ese antiguo paisaje volcánico en Pilbara.

Hier weer dat oude, vulkanische landschap in de Pilbara.

Ella se casó nuevamente a mediados de sus cuarentas.

Ze trouwde opnieuw toen ze midden de veertig was.

- Una vez más gracias por todo.
- Gracias nuevamente por todo.

Nogmaals bedankt voor alles.

Gracias nuevamente a nuestro patrocinador de video, Displate, y no olvide que puede

Nogmaals bedankt aan onze videosponsor Displate, en vergeet niet dat je

- Ya estoy buscando mis lentes de nuevo.
- Ya estoy buscando mis anteojos nuevamente.

Ik ben alweer op zoek naar mijn bril.

- Este verano en Tokio nuevamente habrá sequía.
- Tokio volverá a padecer sequía este verano.

In Tokio zal het deze zomer weer tot een watertekort komen.

Ney fue criticado nuevamente por Napoleón tres meses después, cuando sus incursiones de forrajeo en

Drie maanden later kreeg Ney opnieuw kritiek van Napoleon, toen zijn foerageerinvallen in

- Me alegro de volver a verte.
- Me alegro de verte de nuevo.
- Me alegro de encontrarte nuevamente.

- Ik ben blij je weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.
- Ik ben blij je weer te ontmoeten.

- ¿Qué ha roto Tom esta vez?
- ¿Ha vuelto a romper algo Tom?
- ¿Ha roto nuevamente Tom alguna cosa?

Heeft Tom weer iets gebroken?

Y cuando más tarde se retiraron nuevamente, él y el Emperador intercambiaron palabras duras en el campo de batalla.

en toen ze zich later weer terugtrokken, wisselden hij en de keizer scherpe woorden op het slagveld.

Cuando estalló la guerra con Austria nuevamente en 1809, Marmont marchó hacia el norte con el XI Cuerpo para unirse a

Toen in 1809 opnieuw de oorlog met Oostenrijk uitbrak, trok Marmont met het Elfde Korps naar het noorden om zich bij

- Qué bien que hayamos podido hablar después de tanto tiempo. Hablemos otra vez, ¿eh?
- Me alegro de haber podido charlar tras tanto tiempo. Hablemos nuevamente en otra ocasión, ¿vale?

Ik was blij dat we sinds een lange tijd weer eens hebben kunnen praten. Laten we weer eens praten.