Examples of using "Verlo" in a sentence and their dutch translations:
Wil je het zien?
Wil je het zien?
- Ik hoop u te zien.
- Ik hoop je te zien.
Ik wil het zien.
Wil je ernaar kijken?
- Kan je het zien?
- Kun je het zien?
- Kunt u het zien?
- Kunnen jullie het zien?
- Mag ik het zien?
- Mag ik hem zien?
Ik zou het graag willen zien.
Morgen zal je hem kunnen zien.
Ik wil het niet zien.
- Ik kon het nauwelijks zien.
- Ik kon het met moeite zien.
Ik zou dat wel eens willen zien.
Je zult hem morgen kunnen zien.
Laat me het zien.
Ik kon niet alles zien.
Er is speciale apparatuur voor nodig om dit te zien.
- Een heer Miller zou u graag willen zien.
- Een zekere heer Miller zou je graag willen zien.
Laten we die berg beklimmen om het te zien.
Ik verwacht u volgende week te zien.
Ik wil het hoe dan ook zien.
Ik had het geluk hem te zien.
Je moet het zien om het te geloven.
Ik zie hem. Hij zwaait met zijn armen.
Ik zie hem. Hij zwaait met zijn armen.
Ik zou dat wel eens willen zien.
We gingen hem de volgende dag opzoeken.
Het was overal om me heen te zien toen ik opgroeide.
Ik hoop dat hij kan komen! Ik zou hem graag zien.
Welk een verrassing u hier te zien!
Ik zou hem morgenmiddag graag willen zien.
Ik zie daar iets. Ik zie het glinsteren. Het probleem is dat de helikopter niet zal kunnen landen.
- Welk een verrassing u hier te zien!
- Wat een verrassing om jou hier tegen te komen!
„Ik zie hem nog steeds, op de plek waar de gevechten het hevigst waren, met de mannen
kan naar elk apparaat worden gestreamd, zodat u deze altijd en overal kunt bekijken.