Examples of using "Tomar" in a sentence and their dutch translations:
- Wilt u iets drinken?
- Willen jullie iets drinken?
- Wil je iets drinken?
- Wil je wat drinken?
- Wil jij iets drinken?
Wil je iets drinken?
Ik moet medicijnen gebruiken.
- Ik maak graag foto's.
- Ik trek graag foto's.
Wil je iets om te drinken?
Wil je graag koffie drinken?
Wil je wat drinken?
- Wil je koffie?
- Wilt u wat koffie?
- Heeft u zin in een kopje koffie?
Ik wil graag een kopje koffie.
- Ze houdt van fotograferen.
- Ze neemt graag foto's.
Je moet een beslissing nemen.
Weet je welke route te nemen?
Ik wil geen risico nemen.
Ik zou graag iets te drinken hebben.
Kan ik uw bestelling opnemen?
Ik zou liever de bus nemen.
Ik moet deze kans grijpen.
Welk dessert moet hij eten?
Ik kan geen tequila drinken.
Ik aarzelde welke weg ik zou nemen.
- Ik maak graag foto's.
- Ik trek graag foto's.
Dus moest ik een keuze maken.
Zelfs deze beslissing was ingewikkeld.
Of ik kan wat larven nemen...
We moeten snel een beslissing nemen.
hij ging een drankje halen,
Gokkers houden van risico's.
Laten we een kortere weg nemen!
Laten we met de metro gaan.
Waar kan ik een taxi nemen?
Ik moet de eerste trein halen.
We wisten niet welke bus we moesten nemen.
Mag ik dat boek lenen?
Gaan we koffie drinken?
Ik wil geen koude thee drinken.
Ik vraag me af wat u vindt van vliegen?
Ik hou ervan om hete soep te eten.
Ik zal een taxi nemen.
Mag ik jouw hand vasthouden?
We moeten die bus nemen.
Ik haalde hem over om er aan deel te nemen.
Ik moest een keuze maken.
Ik drink graag koud water.
We moeten beslissen.
Mag ik je paraplu lenen?
Doen we niet meer.
- Wilt u thee of koffie?
- Willen jullie thee of koffie?
Ik ben niet gewend om koffie zonder suiker te drinken.
Of moet je de bus nemen?
Ze weigerde het geld te nemen.
Laten we koffiepauze houden.
Laten we wijn of bier drinken.
Dankuwel, kan ik een beetje meer krijgen?
Zijt ge klaar om verantwoordelijkheid op te nemen?
Zal ik iets warms te drinken voor je maken?
Hier opeten of meenemen?
Dat gaat veel tijd kosten.
Tom kan moeilijk tot beslissingen komen.
Gewoonlijk neem ik dessert na het avondeten.
- Ik ga liever te voet dan de bus te nemen.
- Ik ga liever lopen dan de bus te nemen.
Ik geef de voorkeur aan een taxi boven lopen.
- Geen foto's nemen alsjeblieft.
- Hier geen foto's nemen alstublieft.
Ik aarzelde welke weg ik zou nemen.
Ik aarzelde welke weg ik zou nemen.
Tom wist niet welke bus hij moest nemen.
Je bent te jong om alcohol te drinken.
Ik ben niet gewend om koffie zonder suiker te drinken.
We moeten een beslissing nemen, en snel.
Je moet goede beslissingen nemen en vastberaden zijn.
Pak je gamecontroller. Je moet een beslissing nemen.