Examples of using "Mediodía" in a sentence and their dutch translations:
Het is middag.
Het was bijna middag.
Het was bijna middag.
Het is bijna 12 uur.
- We hebben vanmiddag een afspraak.
- We zien elkaar om 12 uur.
- We hebben vanmiddag een afspraak.
- We zien elkaar om 12 uur.
We zouden er om twaalf uur 's middags moeten zijn.
De bel gaat om 12.00 uur.
We lunchen zo rond de middag.
Toen ik wakker werd, was het bijna middag.
De vergadering was om 12 uur afgelopen.
We eten alle dagen om 12 uur 's middags.
Ik zal de tuin sproeien deze namiddag.
Het was bijna middag tegen de tijd dat Tom wakker werd.
De brieven worden hier rond de middag bezorgd.
De trein zal voor 12 uur aankomen op het station.
Daarna ontmoetten ze elkaar iedere middag op de kade, ontbeten samen, dineerden, wandelden en bewonderden de zee.
's Nachts viel er een flink pak sneeuw. De volgende morgen verschenen op de straten oma's met kleinkinderen op sleetjes, en 's middags na schooltijd barstten in het park de sneeuwballengevechten los.