Examples of using "Vernos" in a sentence and their dutch translations:
- Kan hij ons zien?
- Kan zij ons zien?
- Kunt u ons zien?
- Lang niet gezien.
- Lang niet gesproken!
Lang niet gezien.
Lang niet gezien.
- Hij wil ons weerzien.
- Hij wil ons weer zien.
Denk je dat iemand ons kan zien?
Wanneer kunnen we elkaar weer zien?
- Lang niet gezien.
- Lang niet gesproken!
Wanneer zien we elkaar weer?
Ik hoop dat we elkaar eens zullen terugzien.
- We hebben vanmiddag een afspraak.
- We zien elkaar om 12 uur.
Hij kwam vaak bij ons op bezoek toen ik nog een kind was.