Translation of "Debí" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Debí" in a sentence and their dutch translations:

Debí haberlo sabido.

Ik had het kunnen weten.

Quizás no debí hacerlo.

Misschien had ik dat niet moeten doen.

Debí haber estudiado más.

Ik had meer moeten studeren.

No debí desconectarme del sitio.

- Ik had me niet moeten afmelden.
- Ik had niet moeten uitloggen.

No debí haber hecho eso.

Ik had dat niet moeten doen.

Debí haber llegado más temprano.

Ik had eerder moeten komen.

No debí haber desperdiciado mi tiempo.

Ik had mijn tijd niet moeten verspillen.

No debí haber hecho eso. Lo siento.

Ik had dat niet moeten doen. Het spijt me.

Tal vez no debí haber hecho eso.

- Misschien had ik dat niet moeten doen.
- Dat had ik misschien niet moeten doen.

Nunca debí haber tomado dinero prestado de él.

Ik had nooit geld van hem moeten lenen.

Debí esconderme bajo un árbol debido a la lluvia.

Ik moest onder een boom gaan schuilen voor de regen.

Debí haber consultado a mis padres sobre este asunto.

Ik had mijn ouders moeten raad vragen in die zaak.

Aguardé su respuesta. Tal vez no debí haber hecho eso.

- Ik heb zijn antwoord afgewacht. Dat had ik misschien beter niet gedaan.
- Ik heb op zijn antwoord gewacht. Dat had ik misschien beter niet kunnen doen.

- Debí haber llegado más temprano.
- Debería haber venido antes.
- Debería haber llegado antes.

Ik had eerder moeten komen.