Translation of "Contarles" in Dutch

También debo contarles esto:

vertel ik je nog even dit:

Déjenme contarles una historia.

Ik ga u een verhaaltje vertellen.

Me entusiasma y enorgullece contarles

kan ik jullie enthousiast en vol trots vertellen

Quiero contarles sobre otro estudio.

Ik wil nog één onderzoek aanhalen,

No tengo absolutamente nada para contarles.

Ik heb absoluut helemaal niks te zeggen.

La historia que voy a contarles

Ik ga nu vertellen over iets

De acuerdo, voy a contarles una historia.

Ik ga een verhaal vertellen.

Bueno, permítanme contarles sobre Jenny, una amiga de la familia.

Ik zal je iets vertellen over een vriendin van onze familie, Jenny.

Y voy a contarles una historia sobre todo lo que acabo de decir.

en ik ga jullie een verhaal vertellen over alles wat ik zojuist gezegd heb.