Translation of "Acuerdo" in Dutch

0.025 sec.

Examples of using "Acuerdo" in a sentence and their dutch translations:

- Yo estoy de acuerdo.
- Estoy de acuerdo.
- De acuerdo.

Akkoord.

- Yo estoy de acuerdo.
- Estoy de acuerdo.
- De acuerdo.
- Coincido.

- Ik ben het ermee eens.
- Ik ben dezelfde mening toegedaan.

- De acuerdo. ¿Cuántos?
- De acuerdo, ¿cuánto?

Zeker. Hoe veel?

- ¿Estás de acuerdo?
- ¿Estáis de acuerdo?

Zijn jullie het ermee eens?

De acuerdo.

Oké.

¿De acuerdo?

Oké?

¡De acuerdo!

Akkoord!

- Yo estoy de acuerdo.
- Estoy de acuerdo.

Ik ben het ermee eens.

De acuerdo, ¡retrocedan!

Achteruit.

No me acuerdo.

Ik kan het niet herinneren.

¿Están de acuerdo?

Zijn jullie het ermee eens?

- ¿Arre?
- ¿De acuerdo?

- Oké?
- Akkoord?
- Afgesproken?

¿Estás de acuerdo?

Zijn jullie het ermee eens?

Estamos de acuerdo.

We zijn het eens.

¿Estamos de acuerdo?

Zijn we het eens?

De acuerdo. ¿Cuántos?

Zeker. Hoe veel?

- De acuerdo.
- Bueno.

- Akkoord.
- Oké.

- Me acuerdo.
- Yo me acuerdo.
- Yo recuerdo.
- Lo recuerdo.

- Ik herinner me dat.
- Ik weet het nog.

- Estoy totalmente de acuerdo contigo.
- Yo estoy de acuerdo contigo.

Ik ben het geheel met je eens.

- ¿Estás de acuerdo con Tom?
- ¿Estáis de acuerdo con Tom?

Zijn jullie het eens met Tom?

De acuerdo. Hacia atrás.

Oké, een achterwaartse salto.

Bueno, resistió. De acuerdo.

Die heeft het gehouden.

[Mujica] Ni me acuerdo.

Ik weet het niet meer.

Estoy totalmente de acuerdo.

- Ik ben het helemaal eens.
- Ik ga helemaal akkoord.
- Ik ben het er helemaal mee eens.

Estoy completamente de acuerdo.

Ik stem er volledig mee in.

No estoy de acuerdo.

- Ik ben het niet eens.
- Ik ga niet akkoord.

Tomás está de acuerdo.

Tom is ermee eens.

Me acuerdo de todo.

- Ik herinner me alles.
- Ik onthoud alles.

Bueno, estoy de acuerdo.

Oké. Daar ben ik het mee eens.

Nos pusimos de acuerdo.

- We zijn het eens.
- We waren het eens.

Todos estuvieron de acuerdo.

Iedereen was het daarmee eens.

Yo estoy de acuerdo.

- Ik denk hetzelfde.
- Ik ben dezelfde mening toegedaan.
- Ik ben het daarmee eens.

No, estoy de acuerdo.

Nee, ik ben het ermee eens.

De acuerdo. Lo siento.

- Goed. Het spijt mij.
- Oké. Sorry.

¡Sí! Estoy de acuerdo.

Ja! Ik ben het ermee eens.

- Yo estoy de acuerdo contigo.
- Estoy del todo de acuerdo contigo.

- Ik ben het helemaal met je eens.
- Ik ben het geheel met je eens.

- Estoy de acuerdo con su propuesta.
- Estoy de acuerdo con tu propuesta.

Ik ben het eens met zijn voorstel.

- Creo que conseguimos un acuerdo.
- Creo que nos hemos puesto de acuerdo.

Ik heb de indruk dat we een akkoord hebben bereikt.

De acuerdo. Acepto tu oferta.

Goed. Ik aanvaard je aanbod.

Él está de acuerdo conmigo.

Hij is het met mij eens.

Estoy parcialmente de acuerdo contigo.

- Ik ben het gedeeltelijk met uw zienswijze eens.
- Ik ben het gedeeltelijk met jouw zienswijze eens.

Estoy totalmente de acuerdo contigo.

- Ik ben het helemaal met je eens.
- Ik ben het geheel met je eens.

Estoy de acuerdo con él.

Ik ben het met hem eens.

Estuve de acuerdo con ella.

Ik was het met haar eens.

Estoy de acuerdo con usted.

Ik ben het met je eens.

No estoy de acuerdo contigo.

- Ik ben het niet met u eens.
- Ik ben het niet met je eens.
- Ik ben het niet met jullie eens.

Estuve de acuerdo con Tom.

Ik was het met Tom eens.

Creo que conseguimos un acuerdo.

Ik heb de indruk dat we een akkoord hebben bereikt.

¿Quién no estaba de acuerdo?

Wie was het er niet mee eens?

- De acuerdo, gracias.
- ¡Ok! Gracias.

Goed, dank je.

¿Estás de acuerdo con Tom?

Zijn jullie het eens met Tom?

- Ahora recuerdo.
- Ahora me acuerdo.

Nu weet ik het weer.

- No estoy de acuerdo con él.
- Yo no estoy de acuerdo con él.

Ik ben het met hem niet eens.

- Mucha gente estaría de acuerdo con usted.
- Mucha gente estaría de acuerdo contigo.

- Veel mensen zouden het met u eens zijn.
- Veel mensen zouden het met jou eens zijn.
- Veel mensen zouden het met jullie eens zijn.

Se comportarán de acuerdo a eso.

dat ze zich dan zouden gedragen.

¿Quieren ir en helicóptero? ¡De acuerdo!

Je wilt in de helikopter vliegen? Oké.

No puedo estar de acuerdo contigo.

Ik kan het niet met je eens zijn.

No estoy de acuerdo con eso.

Ik ben daar niet mee eens.

Estoy de acuerdo con este plan.

Ik keur dit project goed.

No me acuerdo de su nombre.

Ik kan mij zijn naam niet herinneren.

No estoy nada de acuerdo contigo.

Ik ben het helemaal niet met u eens.

Espero que Tom esté de acuerdo.

Ik hoop dat Tom akkoord gaat.

Estoy del todo de acuerdo contigo.

Ik ben het helemaal met je eens.