Examples of using "Amiga" in a sentence and their dutch translations:
Hallo, mijn vriend!
Beschouw me als je vriendin.
Ze is mijn beste vriendin.
- Ge zijt mijn vriend.
- Je bent mijn vriend.
was mijn vriendin Melissa.
Zijn vriendin is Japans.
Ik ben haar vriend niet.
Je bent een geweldige vriendin!
Ik wil je vriendin zijn.
Ze is mijn vriendin.
Zij is haar vriend.
Ze is een vriend van mij.
Wie is jouw vriendin?
Mijn vriendin is hier.
- Zij is mijn vriendin niet meer.
- Zij is mijn vriend niet meer.
Ze is mijn vriendin.
Jij bent mijn vriendin.
Mijn vriendin is erg jaloers.
Mijn beste vriendin danst goed.
- Zij is mijn beste vriendin.
- Ze is mijn beste vriendin.
Maria is Toms vriendin.
Hoe heet uw vriendin?
Ik wacht op mijn vriendin.
Je bent mijn vriend.
Ze is een vriend van mij.
Zij is mijn mooiste vriendin.
Mijn beste vriendin heet Dominga.
Ik mis mijn vriendin.
- Ik ben je vriend.
- Ik ben uw vriend.
- Ik ben jullie vriend.
Hij werd verliefd op zijn beste vriendin.
- Ik heb een vriend.
- Ik heb een vriendin.
Ik geloof dat jij mijn beste vriend bent.
Zij is eerder een kennis dan een vriendin.
- Ik ben niet je vriend.
- Ik ben niet uw vriend.
- Ik ben niet jullie vriend.
- Tom denkt dat Mary zijn beste vriendin is.
- Tom gelooft dat Mary zijn beste vriendin is.
Wel, laat me je voorstellen aan mijn vriendin Cayla.
Ik wil dat je weer mijn vriendin wordt.
Zij is de beste vriendin van m'n dochter.
Je was mijn vriend.
- Heb je je vriend in Canada opgebeld?
- Heb je je vriendin in Canada opgebeld?
Houdt je vriendin van thee?
Ik wil alleen maar je vriendin zijn, niets meer.
- Dit is mijn vriendin Rachel. We zaten op dezelfde middelbare school.
- Dit is mijn vriendin Rachel. We gingen samen naar de middelbare school.
Hij is mijn beste vriend.
Ze werd verliefd op de broer van haar vriendin.
Mike heeft een vriendin die in Chicago woont.
Mijn vriendin kan goed dansen.
Hij is mijn vriend.
Zijn vriendin is Japans.
Tom gelooft dat Mary zijn beste vriendin is.
- Ben ik jouw vriend?
- Ben ik uw vriend?
- Ben ik jullie vriend?
Mijn vriend is hier.
Je vriend is hier.
- Mijn vriendin is een Chinese.
- Mijn vriendin is Chinees.
Zij is eerder een kennis dan een vriendin.
Ik kan mijn beste vriendin alles vertellen.
Mijn vriend leert Koreaans.
Kokkinakis heeft je vriendin genaaid. Het spijt me dat je dat moet horen, maat.
Dit is mijn vriendin Rachel. We zaten op dezelfde middelbare school.
Beschouw me als je vriendin.
Ze werd verliefd op de zus van haar vriendin.
Tom is verliefd op de beste vriendin van Maria.
anders dan zoveel anderen, zoals mijn vriendin Melissa.
Ik wacht op een vriendin van me.
Hoelang blijft je vriendin Jane nog in Milaan?
Ik zal je iets vertellen over een vriendin van onze familie, Jenny.
Ik wacht op mijn vriendin.
Ge zijt mijn vriend.
En dan ga ik lekker tegen mijn vriend schaap aan liggen.
ik sloot vriendschap met andere jonge kankerpatiënten,
Het meisje leende haar vriendin haar nieuwe schrijfmachine uit.
Mijn computer is mijn beste vriend.
Wie van u kan morgen wat geld lenen aan haar vriend?
Mijn beste vriendin danst goed.
Heb je een vriendin?