Examples of using "Cartera" in a sentence and their dutch translations:
- Ze werd een postbode.
- Ze werd postbode.
Ik heb mijn portefeuille verloren.
Die man heeft mijn portemonnee gestolen.
Heeft u hier ergens in de buurt een bruine portemonnee gezien?
Mijn paspoort en portemonnee zijn weg.
Tom liet zijn portemonnee thuis.
Ze heeft haar handtas verloren.
Tom heeft bijna niets in zijn portemonnee.
Is dit jouw portemonnee?
Als de beurs leeg is, is de liefde weg.
- Ik heb al overal gezocht, maar ik kan mijn beurs niet vinden.
- Ik heb overal gezocht, maar ik kan mijn portemonnee niet vinden.
Die man heeft mijn portemonnee gestolen.
- Ik heb mijn portemonnee verloren.
- Ik heb mijn portefeuille verloren.
Hij zei dat hij zijn portemonnee thuis had laten liggen.
Toen ik thuiskwam, merkte ik dat ik mijn portemonnee verloren had.