Examples of using "Bolso" in a sentence and their dutch translations:
Jouw tas staat open.
Deze handtas is van mij.
Ze heeft haar handtas verloren.
Wat zit er in deze tas?
Wat heb je in je zak?
Wiens handtas is dit?
Zijn zak is gisteren gestolen.
Ik heb een tas nodig om het mee te nemen.
Haar handtas is gestolen.
Hij opende de rits van de tas.
Wat heb je met mijn tas gedaan?
Tom vulde zijn tas met walnoten.
Verlies je handtas niet.
Ik zoek een tas voor mijn vrouw.
Tom heeft Maria's tas in de auto gelaten.
Ze heeft haar handtas verloren.
Haar handtas is gestolen.