Examples of using "éramos" in a sentence and their dutch translations:
We waren vrienden.
Wij waren gelukkig.
Wij waren vijanden.
We waren gewoon vrienden.
Omdat we leiders waren...
Toen waren we jonger.
Ze zeiden dat we erg gevaarlijk waren.
We kennen elkaar sinds we kinderen waren.
- We waren toen kinderen.
- Toen waren we kinderen.
"We rouwden niet alleen, we waren ook verdacht."
Natuurlijk ken ik je nog, we waren beste vrienden op de basisschool!
Mijn vrouw en ik waren heel gelukkig...voor we elkaar leerden kennen.
Al van in onze studietijd zijn hij en ik onafscheidelijke vrienden.