Examples of using "Enemigos" in a sentence and their dutch translations:
Wij waren vijanden.
Wij zijn vijanden.
Ik heb geen vijanden.
- Zij zijn mijn vijanden.
- Jullie zijn mijn vijanden.
Dit zijn onze vijanden.
Veel vijanden vielen Rome aan.
Hij heeft geen vijanden.
Zij heeft geen vijanden.
De stad werd gebombardeerd door vijandelijke vliegtuigen.
- De stad werd gebombardeerd door vijandelijke vliegtuigen.
- Vijandelijke vliegtuigen bombardeerden de stad.
Zij zijn geen vijanden, maar vrienden.
In het zuiden zijn te veel vijanden.
De stad werd gebombardeerd door vijandelijke vliegtuigen.
Jaloezie is een vijand van vriendschap.
- De twee vijanden stonden oog in oog.
- De twee vijanden stonden recht tegenover elkaar.
Hij heeft veel vijanden in de politiek.
Wij haten deze vijand van het vaderland.
Hij heeft veel vijanden in de politieke wereld.
- Zij heeft geen vijanden.
- Ze heeft geen vijanden.
Vergeef uw vijanden altijd; niets irriteert hen meer.
Vergeef je vijanden, maar vergeet nooit hun namen.
Hij heeft veel vijanden in de politieke wereld.
Wees vrienden met je vrienden en vijanden met je vijanden.
Oude stammen geloofden dat hun hoorns vijanden weghielden.
Maar hun vijanden, waaronder Angelsaksen en Franken, behoorden zelf tot trotse krijgersculturen
- Jij bent mijn vijand.
- Je bent mijn vijand.
- U bent mijn vijand.
Suchet hield de vijanden van Frankrijk plichtsgetrouw op afstand ... totdat er nieuws kwam over de
De Bijbel draagt ons op om onze naasten én onze vijanden lief te hebben; waarschijnlijk omdat dat in het algemeen dezelfde personen zijn.