Examples of using "снимок" in a sentence and their dutch translations:
Wie nam de foto?
- Mag ik een foto maken?
- Mag ik een foto nemen?
Hij kreeg natuurlijk de scan.
Deze foto heeft hij gemaakt.
Een fotograaf nam een foto van mijn huis,
- Ik houd van deze foto.
- Ik hou van deze foto.
- Wanneer heb je deze foto gemaakt?
- Wanneer heeft u deze foto gemaakt?
Deze foto laat zien hoe ik de bewegingen het liefst oefen.
- Kan je me een screenshot sturen?
- Kan je me een schermafbeelding sturen?
- Deze foto heeft hij gemaakt.
- Deze foto heeft hij getrokken.
- Hij heeft deze foto gemaakt.
- Deze foto heeft hij genomen.