Examples of using "Этот" in a sentence and their dutch translations:
Dit glas is leeg.
Dit kasteel is mooi.
Deze diamant is nep.
Is deze vertaling correct?
Ruik je dat?
Is deze spin giftig?
Ruik deze bloem.
Deze diamant is nep.
- Wie is deze man?
- Wie is die man?
Drink dit sap!
Vertaal deze tekst.
Is deze fiets van jou?
Vernietig deze tempel.
Is dit jouw potlood?
Deze tafel is gereserveerd.
- Deze tafel wiebelt.
- Deze tafel is niet stabiel.
Probeer eens deze saus.
Deze tafel is van hout.
Deze man is Oezbeeks.
Dit is koud.
Hoeveel kost deze paraplu?
Die man is knap.
Deze soep is te zout.
Ik haat dit tapijt.
Ik haat dit tapijt.
Hoeveel kost deze paraplu?
Ik haat die kleur.
Heb je deze film gezien?
Ik hou van deze stad.
Deze brug is van steen.
Deze stoel moet gerepareerd worden.
Hoorde je dat geluid?
Hoe bevalt deze stad u?
Dit woordenboek is volstrekt nutteloos.
Deze jongen is mijn zoon.
Die tafel is van hout.
Deze lift is buiten gebruik.
Vind je deze kleur leuk?
Gooi dit tijdschrift niet weg.
Dit metaal heet zink.
Deze vlag is erg mooi.
- Dit is lekkere thee.
- Deze thee smaakt goed.
- Deze thee is goed.
Dit huis is van steen.
Wat vind je van deze bloem?
Wie heeft dit gebak gemaakt?
Deze koffie is ondrinkbaar.
Bekijk dit huis.
Deze doos is gevuld met appels.
Ze trekken die wet in.
Deze fabriek produceert auto-onderdelen.
Als we deze zenuwbaan het zwijgen opleggen,
Neem dit fruit.
die spectaculaire achtergrond ...
Het plan zal werken.
Deze stoel is lelijk.
- Wie is deze kerel?
- Wie is deze vent?
- Wie is deze persoon?
- Wie is die persoon?
- Wie is deze man?
- Wie is die man?
Dit fruit smaakt niet goed.
Die jongen is slim.
Deze tafel is gereserveerd.
Geef deze fiets wat olie.
Deze banaan is rot.
Dat kasteel is mooi.
Dit potlood is wit.
Dit potlood is rood.
Dit woordenboek is goed.
Dit woordenboek is van mij.
Bijt deze spin?
Is deze fiets van jou?
Deze tafel is schoon.
Deze stoel is kapot.
Deze laptop is van mij.
Deze fiets is van mij.
Is het ijs koud?
Er is te veel zout in die soep.
Deze tafel is zwaar.
Die tafel is van hout.
Dat huis is groot.
Deze man is dood.
De gordel is bruin.
Deze oude man is grijs.
Dit is haar huis.
Dit huis is beroemd.
Zie deze sprong?
De man is politieagent.