Examples of using "сидят" in a sentence and their dutch translations:
Alle kinderen zitten.
Twee kinderen zitten op een hek.
Ze zitten aan tafel.
Twee kinderen zitten op een hek.
Nijlpaarden houden zich overdag koel in het water...
Op het dak van het huis zitten mooie, witte duiven.
Tom en Mary zitten vaak naast elkaar in de bus.
Tom en Maria zitten aan een tafeltje in een rustige hoek.
Wij, de mensen die IJsland bewonen, willen een rechtvaardige samenleving creëren waarin iedereen gelijke kansen heeft.
De kerels met wie hij altijd rondhangt zitten nu in de gevangenis.
In de kamer staan bedden, vastgeschroefd aan de vloer. Daarop zitten en liggen mensen in blauwe ziekenhuiskleding en net als vroeger met mutsjes op. Dat zijn de gekken.