Examples of using "белые" in a sentence and their dutch translations:
Mijn slee is wit.
Zijn alle zwanen wit?
Honden zijn wit.
De muren zijn wit.
Witte duiven zijn mooie vogels.
Witte haaien.
Mijn slee is wit.
Mijn slee is wit.
Mijn honden zijn wit.
Witte duiven zijn mooie vogels.
Ze heeft witte tanden.
- Mijn tanden zijn wit.
- Ik heb witte tanden.
Bij schaken zijn het de witte die beginnen.
Niet alle zwanen zijn wit.
IJsberen leven in het noordpoolgebied.
Ze had witte schoenen aan.
IJsberen jagen op zeehonden.
Ik heb liever witte rozen dan rode.
Waarom draag je altijd witte overhemden?
Ze heeft hagelwitte tanden.
Deze wolken zien eruit als een kudde witte schapen.
Oh, mijn witte broek! Zij was nieuw.
Op het dak van het huis zitten mooie, witte duiven.
Witte haaien jagen met gebruik van een reeks zintuigen.
- Mijn tanden zijn wit.
- Ik heb witte tanden.
Ik had gehoord dat hun ogen wit waren en hun haar rood.
Oh, mijn witte broek! Zij was nieuw.
Waarom leven er geen ijsberen op Antarctica en geen pinguïns in het noordpoolgebied?
Het papier is wit; de sneeuw is ook wit. Het papier en de sneeuw zijn wit.
Nee, de bloemen zijn niet groen, maar rood, wit, geel of blauw.
Waarom leven er geen ijsberen op Antarctica en geen pinguïns in het noordpoolgebied?