Examples of using "прошла" in a sentence and their dutch translations:
- Mijn hoofdpijn is verdwenen.
- Mijn hoofdpijn is weg.
Is jouw hoofdpijn genezen?
- Hoe was jouw avond?
- Hoe was uw avond?
- Hoe was jullie avond?
De pijn ging eindelijk weg.
Hoe was de bruiloft?
Mijn hoofdpijn is over.
De lente is voorbij en de zomer begint.
Mijn hoofdpijn is verdwenen.
Hoe was Toms feestje?
Er was een week voorbijgegaan sinds de kennismaking.
De lente was voorbij en de zomer begon.
Mijn hoofdpijn is verdwenen.
Ze kwam voorbij, zonder mij te zien.
na alles wat ze had doorgemaakt.
We hadden een erg comfortabele rit.
- Hoe ging de toets?
- Hoe ging het proefwerk?
begrepen wat ik doormaakte.
Hoe was uw reis?
Mijn hoofdpijn is verdwenen.
Ze liep me voorbij terwijl ze deed alsof ze me niet kende.
Het schip voer onder de brug door.
De pijl miste zijn doel.
Hoe was de wiskundetoets?