Examples of using "порядок" in a sentence and their dutch translations:
Er moet orde zijn.
Ga rechtop zitten.
Ik moet mijn gedachten ordenen.
Ik moet mijn gedachten ordenen.
Ik moet mijn gedachten ordenen.
Ik moet mijn gedachten ordenen.
Hij houdt zijn kamer schoon.
Hou je kamer zo netjes als je kan.
Ik wil het huis schoonmaken voor mijn ouders komen.
Ik moet mijn haar doen.
Op het moment heb ik het druk want mijn huis moet worden schoongemaakt.
Toen ik mijn bureau aan het opruimen was, kwam ik deze oude foto tegen.
Je moet je kamer opruimen.
Ik heb mijn kamer opgeruimd.
Heb je je kamer schoongemaakt?
- Je moet je kamer opruimen.
- Je moet je kamer kuisen.