Examples of using "должна" in a sentence and their dutch translations:
En, moet ik zeggen,
Het leven moet beginnen --
De koningin moet sterven.
over de politieke breuklijnen heen.
die ik graag wilde voelen.
Onopvallend.
Zij moet hem helpen.
- Je bent me een zoen verschuldigd.
- Je bent me een kus verschuldigd.
- U bent mij een kus verschuldigd.
- U bent mij een zoen verschuldigd.
- Jullie zijn mij een kus verschuldigd.
- Jullie zijn mij een zoen verschuldigd.
Dit moet je lezen.
Jij moet de beste zijn.
- De politie moet de dief aanhouden.
- De politie moet de dief arresteren.
Ik moet nu gaan.
Complexe levensvormen moeten ontstaan --
Ze moet wachten op de duisternis.
De doodstraf zou afgeschaft moeten worden.
Poëzie hoeft niet logisch te zijn.
Je ziel moet gered worden.
Ik moet een auto hebben.
De muur moet heel hoog zijn.
Vind jij dat ik alleen zou moeten gaan?
Moet ik het opnieuw doen?
Ze zou meer naar andere mensen moeten luisteren.
Ik moet even telefoneren.
Ze moet zo veel mogelijk hamsteren.
Paula moet haar vader in de keuken helpen.
Zij verwacht deze maand een baby.
Ik moet het weten.
Zou Schotland een onafhankelijk land moeten zijn?
Zeg tegen haar dat ze op moet staan!
De operatie moest geheim blijven.
Moet IJsland lid worden van de EU?
De vergaderzaal moet schoon zijn.
Ik moet je verlaten.
Ik moet gaan slapen.
en wanneer moet ik hem gewoon opbergen?
Maar ik wil je graag vertellen
dat ik weer dezelfde persoon zou worden die ik vóór de diagnose was,
dan zou ik wel geologie moeten gaan studeren.
Toen ik me verlaten had moeten voelen door God,
Het moet resoneren met diepe behoeften en verlangens.
Ze moet terugkeren om hem te vinden... Alleen.
De familie moet verder en water vinden.
Ik had het kunnen weten,
Een deur moet of open zijn, of toe.
Ze gaf hem het geld dat ze hem schuldig was.
is een verhaal dat zoveel mogelijk mensen zal aanspreken,
Ze moet op zichzelf passen als haar moeder aan het vissen is.
'32 memes die je onmiddellijk naar je zus zou moeten sturen.'
Jullie moeten geduldig zijn.
Zij moet hem helpen.
Ik moet nu gaan.
Moet ik een brief schrijven?
Ik moet een hele emmer appels schillen voor de jam.
Het is laat, ik moet gaan.
Ik moet hem helpen.
Ik moet Tom ontmoeten.
Ik had mezelf moeten voorstellen.
Ik moet hem overtuigen.
Ik moet een brief schrijven.
Je moet me nu meteen 500 dollar geven.
Hoeveel ben ik u verschuldigd?
Ik moet naar huis gaan.
Ik moet onmiddellijk vertrekken.
Ik moet het weten.
Ik moet gaan slapen.
Ik moest gaan.
Ze moet haar welpjes snel naar de prooi brengen.
Maar ze hebben al dagen niet gegeten. De moeder moet jagen.
Ik moet slapen.
Je moet vechten!
moet ik nadenken over wat ik wil dat het zegt.
Ik wist dat ik moest reageren, maar hoe?
Als de maan afneemt... ...moet ze zich behelpen in de donkere nachten.
Moet ik onmiddellijk gaan?
Je moet met mij meekomen.
Ik moet de zinnen vertalen.
Je moet tussen de lijnen lezen.
Ik moet mijn best doen.
Ik moet terug naar Boston.
Ik wist dat ik moest komen.
Ik zou dat gezegd moeten hebben.
Ik moet met Tom spreken.
Je ziel moet gered worden.
Ze moet het niet eten.
Ge moet uw best doen.
Je moet vooraf betalen.
Wat moet ik doen?
Hoe laat moet ik komen?
Denk je dat ik het moet doen?
Maar ze moet doorlopen. Haar kudde moet de stad uit voor het ochtendverkeer begint.
Ik moet de eerste trein halen.
Ik moet nu gaan.
- U moet het me vertellen.
- Jullie moeten het me vertellen.