Examples of using "нужно" in a sentence and their dutch translations:
Hoeveel hebt ge nodig?
Ik moet er zeker van zijn.
- Ik moet terug.
- Ik moet teruggaan.
Ze moeten worden gevonden en vernietigd.
Wat heb je nodig?
Hoeveel hebt ge nodig?
- Je hebt dit nodig.
- U heeft dit nodig.
- Jullie hebben dit nodig.
Ik moet slapen.
Hoeveel hebt ge nodig?
Je moet naar huis.
We moeten gaan.
Je hebt behandeling nodig.
Ik heb dit nodig.
We hebben meer nodig.
Ze heeft het nodig.
Je moet weg.
Je moet oefenen.
Hij moet ervoor gaan.
Ik moet erheen.
Moet je vandaag vertrekken?
Je hoeft niet in paniek te raken.
Ik moet erheen.
- Wat heeft u net nodig?
- Wat heb je net nodig?
- Ik moet mijn mobieltje opladen.
- Ik moet mijn gsm opladen.
- Ik moet mijn telefoon opladen.
- Ik moet mijn mobieltje opladen.
- Ik moet mijn gsm opladen.
- Ik moet mijn telefoon opladen.
- Vind je dat ik weg moet?
- Vinden jullie dat ik weg moet?
- Hebben jullie iets nodig?
- Heb je iets nodig?
- Heeft u iets nodig?
Wat heb je nog meer nodig?
Je hoeft je alleen maar te concentreren.
Ik moet bellen.
Ik heb 30 minuten nodig.
- Heeft u meer tijd nodig?
- Hebben jullie meer tijd nodig?
- Heb je meer tijd nodig?
- Ik wil uw mening.
- Ik wil je mening.
Iedereen moet hier weg.
Ik moet een klein beetje slapen.
Je hoeft niet te gaan.
- Je huis heeft een verfbeurt nodig.
- Je huis moet geverfd worden.
- Dit is wat je nodig hebt.
- Dit is wat jullie nodig hebben.
- Dit is wat u nodig heeft.
Ik heb het vandaag nodig.
Je hoeft daar niet heen te gaan.
Alles zal moeten veranderen
Dus moet je vindingrijk worden.
We moeten de helikopter inschakelen.
Dus je moet prioriteiten stellen.
Daar zat ze op te wachten.
De pasgeborene moet beschermd worden.
Je moet je haar eens laten knippen.
Ik heb een beetje slaap nodig.
Moet ik overstappen?
Ik heb een drankje nodig.
Wat heb ik nodig?
Kinderen moeten spelen.
- Ik heb een sigaret nodig.
- Ik moet een sigaret hebben.
Kinderen hebben slaap nodig.
De badkuip moet worden schoongemaakt.
We hebben dit nodig.
- Waarvoor dient dit?
- Waartoe dient dit?
Ze heeft een mantel nodig.
Je moet je haar eens laten knippen.
Iedereen heeft een hobby nodig.
Ik heb een dutje nodig.
Heb ik dit nodig?
We hebben rust nodig.
Wat heb je nodig?
Ze heeft het nodig.
Dit heb je nodig.
Wat heb je nodig?
Hij heeft een handdoek nodig.
Ik moet me scheren.
Het hemd moet worden gestreken.
- Ge hebt slaap nodig.
- Je hebt slaap nodig.
Ik heb een taxi nodig.
Ik heb een wonder nodig.
Ik heb een handdoek nodig.
Ik heb een wapen nodig.
- Ik moet mijn haar laten kappen.
- Ik moet mijn haar laten knippen.
Ze hebben het nodig.
Ik moet even rusten.
Ik moet pissen.
Ik heb dat nodig.
Ik moet naar de kapper.
Ik moet studeren.
Ik moet pissen.
Tom moet geholpen worden.
We hebben slaap nodig.
Ik heb inspiratie nodig.