Examples of using "будете" in a sentence and their dutch translations:
Waar zult ge zijn?
- U zult dansen.
- Jullie zullen dansen.
Wat ga je drinken?
- Wat wilt u drinken?
- Wat drinkt u?
- Wat ga je drinken?
Gaan jullie hier wonen?
- Wilt u thee of koffie?
- Willen jullie thee of koffie?
U zult nooit alleen zijn.
Gaat u zingen?
Wat gaan jullie doen?
Als je niet eet, sterf je.
...dat je slaapt in die heerlijke geur van dennen.
Waar zul je zijn?
- Je gaat jaloers zijn.
- Je zult jaloers zijn.
U zal lachen.
Jullie zullen daar zijn, niet?
Ga je slapen?
U gaat iedere morgen de inkopen doen.
Wat ga jij bestellen?
- Wat gaan jullie doen?
- Wat gaan jullie vanmiddag doen?
U zult nooit alleen zijn.
Wanneer ben je in Londen?
Ik hoop dat je niet gaat zingen.
Wil je graag witte of rode wijn?
Hebt u al besloten waar u Kerstmis gaat doorbrengen?
- Wat wilt u drinken?
- Wat drinkt u?
- Waar zult ge morgen zijn op dit uur?
- Waar ben je morgen rond deze tijd?
Goede nacht! Ik hoop dat je morgen klaar zult zijn.
Wilt ge zo goed zijn het venster te sluiten?
Ga je dineren?
Waar ga je vandaag lunchen?
Wat ga je nemen?
- Wat gaat u vanavond doen?
- Wat gaan jullie vanavond doen?
- Wat ga je vanavond doen?
Ze gaan u vermoorden!
- Ik dacht dat je zou lachen.
- Ik dacht dat u zou lachen.
- Ik dacht dat jullie zouden lachen.
Wat zal je doen na je werk?
Over drie maanden ga je op gesprek met een Franstalige.
Maar ook nog eens met 's werelds dodelijkste... ...dieren en reptielen.
Tot wanneer blijft u in Japan?
Ik hoop u te zien, de volgende keer dat u in Tokio bent.
maar wat er ook gebeurt, je bent tenminste nooit alleen.
zult feesten en dartelen en vechten met je metgezel krijgers voor de rest van de eeuwigheid.
Ga je Engels leren?
Als je zoveel eet, zal je dik worden.
Wat zal je doen wanneer je volwassen bent?
- U zult niet teleurgesteld zijn.
- Je zult niet teleurgesteld zijn.
- Jullie zullen niet teleurgesteld zijn.
- Koop je het?
- Ga je het kopen?
Is dit om hier op te eten of om mee te nemen?
- Ben je morgen vrij?
- Bent u morgen vrij?
- Zijn jullie morgen vrij?
Zullen jullie op me wachten?
Ga je dit jaar met vakantie?
Sluit de deur bij het weggaan.
Wat ga je nu doen?
- Ik heb het gevoel dat jij een heel goede advocaat zult zijn.
- Ik heb het gevoel dat u een heel goede advocaat zult zijn.
Wat ga je dragen?
Ik had niet verwacht dat u vandaag hier zou zijn.
Je hebt niet alleen te maken met de hitte, en de gevaren van het terrein.
Bel me als je er klaar voor bent!
Is het waar dat je in Londen gaat studeren?
- Sluit de deur bij het weggaan.
- Doe de deur dicht als je weggaat.
- Sluit de deur wanneer je vertrekt.
Wat ga je van het weekend doen?
Wat ga je vandaag doen?
- Laat me weten wanneer je klaar bent.
- Laat me maar weten wanneer je klaar bent.
Je zult blij zijn dat je dat hebt gedaan.
Ik weet dat je hier gelukkig zal zijn.
Wat wil je worden als je groot bent?
Ga je dat stuk taart opeten?
Als je te snel praat, dan ben ik niet in staat het te verstaan.
Ga je daar de hele dag blijven staan?
Doe alsjeblieft het licht uit als je de kamer uitgaat.
- Ga je Tom iets geven voor Kerstmis?
- Gaat u Tom iets geven voor Kerstmis?
- Gaan jullie Tom iets geven voor Kerstmis?
Ik dacht dat je zei dat je van de week in Boston zou zijn.
Je gaat mijn ouders toch niet bellen, wel?
- Zou je zolang ik weg ben voor mijn hondje willen zorgen?
- Zou u tijdens mijn afwezigheid voor mijn hond kunnen zorgen?