Examples of using "Где" in a sentence and their dutch translations:
- Waar ben je?
- Waar zijn jullie?
Waar is het?
Waar zijn de meisjes?
- Waar zien we elkaar?
- Waar ontmoeten we elkaar?
- Waar spreken we af?
Waar doet het pijn?
Waar is de jongen?
Waar is de kat?
Waar zijn de ouders?
Waar zijn de douches?
Waar is hij?
Waar is de lift?
Waar zijn jullie?
Waar ben je?
Waar is het nu?
Waar?
Waar is de keuken?
- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Waar woont u?
Waar hebt ge uw haar laten knippen?
Waar hebt ge pijn?
Waar is Toms assistent?
- Waar zijn jouw ooms?
- Waar zijn jullie ooms?
- Waar zijn uw ooms?
Waar zien we elkaar?
Waar is het treinstation?
Waar is Parijs?
Waar is de bank?
Waar is de roltrap?
Waar is het museum?
Waar is de bibliotheek?
Waar is het restaurant?
Waar is de luchthaven?
Waar is het station?
Waar is de winkel?
Waar is het ziekenhuis?
Waar ben ik?
Waar is het strand?
Waar is het postkantoor?
Waar is de uitgang?
Welke richting is het noorden?
Waar is de school?
Waar is het treinstation?
- Waar zijn je spullen?
- Waar zijn jouw spullen?
- Waar zijn uw spullen?
- Waar zijn jullie spullen?
- Waar verblijf je?
- Waar verblijft u?
- Waar verblijven jullie?
Waar werk je?
Waar is het verborgen?
Waar is het postkantoor?
- Waar is je vader?
- Waar is jullie vader?
- Waar is jouw hond?
- Waar is je hond?
Waar is uw huis?
Waar ben je nu op dit moment?
- Waar was het?
- Waar was hij?
- Waar was ie?
- Waar lag het?
- Waar lag hij?
- Waar stond het?
- Waar stond hij?
- Waar lag ie?
- Waar stond ie?
Waar waren jullie?
Waar is jullie vriendin?
- Waar zit Tom verstopt?
- Waar verstopt Tom zich?
- Waar is je kamer?
- Waar is jullie kamer?
- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Waar wonen jullie?
- Waar woont u?
Waar is jullie zuster?
Waar zijn jouw zussen?
- Waar ben je gisteren geweest?
- Waar was je gisteren?
- Waar ben je gisteren geweest?
- Waar was je gisteren?
Waar ben je gisteren geweest?
Waar heb je de auto geparkeerd?
Waar is de Syrische ambassade?
Waar ben ik nu?
- Waar is jouw huis?
- Waar is uw huis?
- Waar is jullie huis?
- Waar is het inlichtingenloket?
- Waar is de informatiebalie?
- Waar is de infobalie?
Waar woont gij?
Waar is mijn paraplu?
Waar is mijn vader?
Waar is het treinstation?
Waar is mijn hond?
- Waar zijn je kleren?
- Waar zijn uw kleren?
- Waar zijn je ouders?
- Waar zijn jullie ouders?
Waar is zijn familie?
- Waar waren jullie?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je?
- Waar zijn jullie geweest?
- Welke bewijzen heeft u?
- Waar is je bewijs?
- Waar is uw bewijs?
- Waar is jouw hond?
- Waar is je hond?